Herdenking verzetsgroep 2006

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Dezer dagen las ik een boekje dat Herman Fontijn mij gaf over het kamp Dachau. Herman raakte als 16-jarige verzeild bij de verzetsgroep die wij vandaag voor het derde jaar achtereen gedenken. En als springlevende 81-jarige kan hij tot op de dag van vandaag zijn verhaal doen. In het boekje over Dachau dat Herman mij gaf las ik over de stad Dachau die vlakbij het kamp lag. Daar was ook een katholieke kerk natuurlijk. De pastoor had lange tijd toegang tot het kamp. Hij was op de hoogte van wat daar gebeurde. En toch verhinderde hij niet dat leden van de SS meeliepen in processies. Bizar. Je gelooft je ogen niet als je zoiets leest. Toch staat het er. De vraag is natuurlijk: Had hij het kúnnen doen? Had de pastoor van Dachau het die SS-ers kunnen verbieden om aan processies deel te nemen? Als hij dat gedaan had, welke gevolgen zou dat dan voor hem en zijn kerk gehad hebben? Hoe zou ik het zelf gedaan hebben als ik in zijn schoenen had gestaan?

4 mei is de dag om dit soort feiten en vragen op je te laten inwerken. En dan realiseer je je dat wij ook als katholieke kerk boter op het hoofd hebben en er géén reden is om hoog van de toren te blazen, maar dat veeleer bescheidenheid ons past, want er is genoeg op ons aan te merken geweest wat onze houding in de oorlog en daarna betreft.

Het "Nederlands Oranjeleger". Zo heette de verzetsgroep: ruim veertig man sterk. Drieëntwintig man werden er opgepakt en belandden er in de kampen, slechts zeven keerden er levend van terug. In vele gezinnen keerde een vader of een broer niet meer terug. Een tragedie. Maar voor ons als katholieke kerk en als parochie ook iets om geweldig trots op te zijn en ons tot op de dag van vandaag aan op te trekken. Want door en in deze mannen en hun thuisfront hebben wij deelgenomen aan de beweging van verzet tégen de onmenselijkheid in die jaren. En in de kampen is, mede door hen, gelovig vuur blijven branden temidden van de onmenselijkheid. Vuur dat warmte, licht en troost gaf. Vuur dat ook in niet-katholieken en niet-christenen leefde. Gelovig vuur dat mensen van allerlei geloof en levensbeschouwing in elkaar herkenden en dat hen met elkaar verbond. Door dat vuur hebben de mannen van onze verzetsgroep, heel bijzonder, gestalte gegeven aan de Kerk. Zij waren "parochie in de hel".

Een heel hartelijk welkom aan U allen. Welkom Herman Fontijn (welkom Wim Hartman) (mannen) die het verzet en de kampen aan den lijve heeft (hebben) ervaren, geleden en meegemaakt. Welkom nabestaanden van de verzetsgroep. Welkom burgemeester Job Cohen. Het is vandaag voor zover wij weten voor 't eerst dat een burgemeester van Amsterdam de Vredeskerk bezoekt. En dan déze burgemeester, bij déze gelegenheid. Uw aanwezigheid vervult ons met vreugde en dankbaarheid. Welkom de nieuwe voorzitter van het bestuur van het stadsdeel, Egbert de Vries. De alerte betrokkenheid van het stadsdeel bij ook deze gelegenheid wordt door ons zeer op prijs gesteld. Onze eigen bisschop, Monseigneur Jozef Punt, is vandaag ook in ons midden. Ook dat verheugt ons - onder andere vanwege het weer. Want ik weet niet of U het gemerkt hebt, bisschop, maar op dagen dat U de Vredeskerk bezoekt schijnt altijd de zon. (En dat is toch mooi meegenomen!) Rood zijn de rozen voor het altaar, geschonken door één van ons die nog dagelijks leeft met de pijn van de oorlog. Het is voor ons een eer en een vreugde, bisschop, dat U ons vandaag ook in het rood zult voorgaan in de viering van de eucharistie om de mensen te vieren in wier zwakheid Christus' kracht zich ontplooid heeft. Ik wens ons allen een goede herdenking.