Medewerkersfeest 2014

Homilie medewerkersfeest 2014

Beste medewerkers van onze geloofsgemeenschap,
goede mensen

Paulus schreef zijn brief aan de christenen van Rome
bijna 2000 jaar geleden.
Vanavond had onze lector Swa kunnen zeggen:
we lezen uit de brief van Paulus aan de christenen van Vosselaar, zo actueel klinkt die lezing voor mij.

Het lijkt een soort samenraapsel van allerlei
opdrachten van Paulus aan een christenen-gemeenschap.
En toch is er één hoofdonderwerp dat hij hier speciaal uitwerkt: onze liefde moet oprecht zijn.

'Laat je enthousiasme niet verflauwen in je dienst aan de Heer',schreef Paulus ons.
Een vraag aan medewerkers is dan:
Wat maakt ons enthousiast in ons engagement,
wat houdt ons gaande in dienstbaarheid aan onze medemensen?
Mag de H. Geest ons inspireren?
Geloven wij dat de Geest van Jezus ons bemoedigt en kracht geeft?
Als je je opent voor Gods' Geest,dan zet Hij jouw hart in vuur en vlam voor God en de mensen.
Dat is ook de enige manier om het vol te houden
als christen in onze maatschappij die niet zoveel moet weten van al wat met kerk en godsdienst te maken heeft.

Paulus zegt ook dat onze liefde alles te maken
heeft met een hart hebben voor elkaar.
'Wees blij met wie blij zijn ", schrijft hij.
Je mag blij zijn met elkaar als er blije dingen zijn.
En die zijn er in onze geloofsgemeenschap.
Je moet eens komen kijken bij doop-,eerste communie-, vormsel- en huwelijksvieringen.

Mensen beleven deugd op die momenten dank zij de inzet van onze catechisten die hun deur en hun hart openen om met ouders en jongeren op weg te gaan en elke keer weer voor warme, enthousiaste vieringen zorgen

En ja, ik weet ook dat het daar bij velen ophoudt
maar als gemeenschap moeten wij, zolang het kan,
blije vieringen blijven aanbieden.
En we mogen dan ook blij en dankbaar zijn dat er priesters
zijn die ons voorgaan.
We mogen ook blij en dankbaar zijn
om die vele vrijwilligers die ermee voor zorgen
dat we eucharistisch kunnen samenkomen:
de mensen die onze kerk proper houden,
zij die materieel verantwoordelijk zijn,
onze kosters, misdienaars, lektoren en gebedsvoorgangers,
leden van de preekgroep, de schaalgangers, de bloemschiksters, communieuitreikers, dirigenten en koorleden, de organisten en zeker ook u allen die hier in het weekend komen meevieren.

Paulus vraagt ons ook om verdrietig te zijn met
treurenden en rouwenden om zo het verdriet te delen.
Dank zij onze ziekenbezoekers, begrafenisvoorgangers
en de rouwbezoekers van de werkgroep Kafarnaüm
willen we vanuit onze gemeenschap dicht bij mensen staan,
hen beluisteren en bemoedigen.
En ook bij verdriet bent u allen die regelmatig komen meebidden in avondwakes en begrafenissen een onmisbare steun.

Goede mensen,

Jezus stuurde, zoals we hoorden in het evangelie,
tweeënzeventig leerlingen op stap, mannen én vrouwen,
om te gaan zeggen dat het Rijk Gods dicht bij was.
Het stelt mij wel gerust dat Hij ons twee per twee stuurt,
daarmee toont Hij ons dat we niet alleen op weg moeten.

Wat Jezus vroeg aan de 72 waren gewoon concrete dingen,
Het ging over geld, over kleren, over groeten, over eten,.
Als je die Jezuswoorden omzet in onze taal,
klinkt dat heel gewoon: zoek je kracht niet in je kredietkaarten of je bankrekening,maak je niet druk over je voorkomen of je uiterlijk,verlies je tijd niet met oppervlakkig gepraat of met vrijblijvende discussies,
neen, durf dieper contact nemen met de mensen.
Jezus vraagt ons oog en oor te hebben voor de verlangens en noden van onze medemensen.
Hij vraagt ons vrede en vreugde uit te stralen,
maar Hij zegt ons ook:"het is geen gemakkelijke taak want jullie komen in een harde wereld terecht",
maar in Zijn Geest en gezegend met zijn kracht
kunnen wij die betere wereld, dat Rijk Gods wat dichter bijbrengen, wat meer zichtbaar maken.

En zoals toen 2000 jaar geleden is er nog altijd
werk genoeg en zijn er nog altijd arbeiders te weinig.
Jezus roept ieder van ons om één van de tweeënzeventig te zijn, om vrede uit te stralen en intens begaan te zijn met onze medemensen.
Dan mogen wij ook nog aan de mensen zeggen:
het Koninkrijk van God is dichtbij.

Goede mensen,

Onze pastoor-deken zal deze viering,zoals elke eucharistieviering, afsluiten met:
"Gaat nu allen heen in vrede".
Eigenlijk krijgen we dan elke keer de zendingsopdracht mee
om wat we hier met mekaar gevierd hebben
handen en voeten te geven in ons dagelijks leven.
De 72 leerlingen van Jezus, de vier keer 72 medewerkers,
iedereen die hier vanavond meeviert, krijgt die opdracht elke keer opnieuw, laat ons ze toch maar meenemen.
Gelukkig en dankbaar zijn wij dat we mogen leven
en meewerken in een geloofsgemeenschap
waar nog zoveel mensen 'ja' zeggen op die zending
en die zo de vrede en vreugde van het Rijk Gods
meer zichtbaar en voelbaar maken.

Mag ik u uitnodigen om samen in deze viering
dankend en vragend te bidden dat Gods' Geest ons allen hiertoe blijft inspireren.

Het zij zo, Amen.