Zusters en broeders,

Allerheiligen: we vieren alle bekende en onbekende heiligen. Maar slechts één Iemand is heilig en dat is God onze Heer. Hoe kunnen mensen dan heilig genoemd worden, en welke mensen zijn dat? Dat zijn mensen die geprobeerd hebben te leven naar het voorbeeld van God. Daartoe volgden ze Jezus na, want Hij is Gods heiligheid in woorden en in daden komen voorleven. Vandaag besteden we speciaal aandacht aan zijn woorden. En dat is nodig, want de woorden die we in het evangelie hoorden, kunnen we beschouwen als de basis van ons geloof. De acht zaligsprekingen: geen bevelen, geen geboden, maar wegen die Jezus ons aanreikt.

De eerste weg die Hij aanreikt is ‘Zalig de armen van geest.’ En zalig betekent ‘eeuwig gelukkig’ en ‘bijna heilig’. Dat is dus de weg die armen van geest gaan. Maar armen van geest, zijn dat geen minder begaafde mensen, simpele mensen, mensen die een beetje achterop geraakt zijn? Kunnen alleen zulke mensen de weg gaan die Jezus aanreikt?

Natuurlijk bedoelt Jezus het niet zo. Hij heeft het immers niet over armen van verstand, maar over armen van geest. Wat Hij daarmee bedoelt, weet je wanneer je ‘armen’ vervangt door ‘rijken’. Dus rijken van geest. En dat zijn mensen die zichzelf zo knap vinden dat ze niemand nodig hebben. Ze weten immers alles perfect, ze kennen het antwoord op alle vragen, ook op levensvragen, en ze gaan altijd de enige juiste weg, en dat is de weg die zij zelf uitgestippeld hebben. Armen van geest zijn het tegendeel van zulke zichzelf verheerlijkende mensen. Ze zijn geen arrogante allesweters, ze overschatten zichzelf niet, ze zijn nederig van hart. Ze hebben het goede voor ogen, en ze beseffen dat ze dit goede niet zomaar bereiken. Daarom staan ze  altijd open voor God, voor elkaar en voor al hun medemensen. Hoe belangrijk armen van geest zijn, voegt Jezus er onmiddellijk aan toe: ‘aan hen behoort het Rijk der hemelen.’ En dat Rijk der hemelen, dat is het Koninkrijk van God dat ontstaat wanneer alle mensen de weg van Gods liefde en vrede willen gaan. Wanneer alle mensen meewerken aan een Rijk zonder haat en zonder weerbarstigheid, zonder oorlog en zonder burgeroorlog, zonder armoede en zonder uitbuiting. Een Rijk van alleen maar  liefde en vrede. Zo’n Rijk kan alleen maar tot stand komen wanneer mensen arm van geest zijn.

Het is dus niet verwonderlijk dat dit de eerste zaligspreking is, want nederigheid en bescheidenheid vormen de basis van een menswaardig gedrag. Je kunt niet zachtmoedig zijn als je enkel gelooft in je eigen groot gelijk. Je kunt niet streven naar gerechtigheid als je enkel streeft naar je eigen welvaart en je eigen rijkdom. Je kunt niet barmhartig zijn als je eigendunk boven iedereen en alles uitstijgt. Je kunt zelfs niet treuren als je jezelf zo perfect vindt dat je door niets getroffen kan worden, want ook daar stijg je boven uit.

Zusters en broeders, laten we ernaar streven niet rijk, maar arm van geest te zijn. Alleen dan kunnen we de weg gaan die Jezus ons aanreikt en die Hij ons is voorgegaan. Alleen dan kunnen we behoren tot de ontelbaar grote menigte in witte gewaden die Gods lof zingen, de menigte die Johannes in zijn visioen van de Openbaring ziet. Mogen ook wij tot die menigte behoren. Amen.