Wij hebben op deze bijzondere avond gelezen uit een van de oudste boekrollen, die ballingen en verdrukten 23 eeuwen geleden al met zich meedroegen. Daarin stond in fantasierijke beelden geschreven: eens komt de Messias!
Hij komt als licht in de duisternis! Een Godskind, een vredevorst. En dan is het leven goed.
Het zijn de oudste dromen van de mensheid, altijd vervat in visioenen en mythische verhalen. Ze vertellen ons: Je hoeft je niet neer te leggen bij de bestaande toestand, maar je mag hopen op een betere samenleving, waar niet noodlot en eigenbelang de gang van zaken bepalen, maar liefde en recht. En vanwege die droom konden die ballingen en zo vele na hen het zelfs in de grootste ellende uithouden.
Ze maakten zo een begin met wat misschien wel het kostbaarste is in onze cultuur: solidaire liefde.
Het is in de dagen van keizer Augustus dat vier vertellers durven te zeggen: Het is zover! Dat Godskind is ons geboren! De zon gaat op, het wordt licht!
Zeventig jaar na de dood van Jezus vertellen ze het sterke verhaal over zijn geboorte en zijn leven. Ze willen dat het bewaard blijft als een van de kostbaarste herinneringen van de mensheid. En wat ze vooral willen doorgeven is: Hier gebeurt het! Hier wordt een mens geboren met wie dat nieuwe leven echt begint. Hij is die Messias naar wie we zo hebben uitgekeken. In zijn leven mocht God gebeuren, eindelijk! Hij is helemaal doordrongen van Gods wezen, mededogen, ontferming, trouwe liefde dus, om elkaar geven. En precies de aanwezigheid van de lieve God in Hem maakt het leven menselijk en waard om geleefd te worden.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik kan eigenlijk
alleen maar iets met een God, die als liefde verschenen is in Jezus, en die ik als liefde en verbondenheid kan opdiepen in het alledaagse leven. Elk ander godsbeeld acht ik een verraad aan de werkelijkheid. Dat willen die vier vertellers ook aan ons doorgeven als een proclamatie: Ik verkondig jullie een grote vreugde! Het leven wordt menselijk als God mag gebeuren in ons midden. En dat is met de geboorte van Jezus ingezet.
Daarom is dit ook de nacht van nieuwe hoop voor ons,
die hier bij elkaar zijn, en voor alle mensen. We zingen liederen tegen de duisternis, lezen droomverhalen en bezingen de geboorte van die schitterende mens Jezus,
in wie God zó mocht wonen. En misschien is de kern van het Kerstfeest wel dat u en ik opnieuw worden uitgenodigd om God te laten plaatsvinden in ons eigen leven. Dat wij ons laten weg roepen uit de beslotenheid van ons ego-wereldje. Dat wij, in de geest van Jezus, en in Gods Naam niet langer leven voor onszelf alleen, voor alleen eigen welvaart en eigen veiligheid en geluk. Maar ons toewijden aan die veel grotere eenheid, waarvan alle mensen deel uit maken, heel de wereldgeschiedenis in tijd en ruimte, met fauna en flora, wind en wolken en alles en alles en waarvan God het warme hart is. Want mijn leven is toch helemaal verweven met al wat leeft. Ik maak er gewoon deel van uit. En mijn kleine leven is pas zinvol als het zichzelf overstijgt en gemeenschap zoekt. Niet voor niets hebben alle grote wereldreligies daar hun innerlijke scholingsweg voor: de yoga van het hindoeïsme, het soefisme van de Islam, de zen van het boeddhisme en de mystieke contemplatie van het christendom. Ze hebben alle tot doel ons gesloten ik te openen en ons binnen te voeren in een ruimte die dat ego overstijgt. En de kroon op deze levensverruiming is de liefde. Het gaat met het kerstfeest ten diepste om die overgave tot liefdevolle verbondenheid met dat leven, dat ons te boven gaat.
Hier in het westen is die levenshouding zeker niet meer zo vanzelfsprekend. Wij zijn gericht op eigenzorg, zozeer zelfs dat onze levenswijze het draagvermogen van onze planeet misschien wel te boven gaat. En het zou zomaar kunnen zijn dat de wereldwijde economische crisis van onze dagen
daar ook een uiting van is: geen wezenlijke aandacht voor het grote geheel dat ons kleine leven overstijgt, geen tijd voor dat verbond van liefde met de Eeuwige, geen echte zorg voor de heelheid en de toekomst van mens en wereld na ons. Maar als ik aan die oproep gehoor durf geven en mij weer met hart en ziel ga toewijden aan wat mijn eigen kleine wereld te boven gaat, dan zal ik dichter naderen tot wie God is en wat goed is, dat nieuwe leven waar al zo lang naar wordt uit gezien. Deze overgave zal je brengen bij de ontroerende ervaring van verbondenheid met alles en allen. Het kan je tranen in de ogen geven. En het mooie is dat je ook dan pas dichter komt bij jezelf, je eigen wezen en je eigen bestemming.
Misschien is dat ook wel het hele geloof en ons hele geluk: gewoon die overgave aan waar het echt om gaat:
de eerbied en de zorg voor God en voor álle leven, waarvan wij deel uit maken, een leven wat al vóór ons was en wat na ons zal doorgaan. Ik ben er van overtuigd dat Jezus zich zijn lieve leven lang gedragen wist door deze solidaire liefde, die het geheim is van alle werkelijkheid.
En als God zó ook steeds meer in ons en door ons geboren mag worden en als wij met Jezus ons geluk zoeken in lieve zorg voor elkaar, dan kan het toch niet anders of gaandeweg wordt dat visioen werkelijkheid, breekt er licht dóór alle duisternis heen, worden tranen afgewist en mensen bevrijd uit armoede en onrecht.
Er zijn er genoeg die denken: je kunt wel oude verhalen blijven vertellen en dromen blijven dromen, maar we hebben tegenwoordig wel iets anders aan ons hoofd.
Voor wie de wereld een beetje kent zijn dit natuurlijk ook onmogelijke visioenen. Je kunt er soms ontzettend naar verlangen, dat wel. Maar je moet nou eenmaal realistisch blijven. Want geloof je nou echt dat we daarmee de wereldwijde economische crisis kunnen keren? Terrorisme bestrijden? De wreedheden in Darfur, de onlusten in de Kongo? De slepende oorlogen in het Oosten, de armoede en de honger? Ja, dat geloof ik! En ook als ik het niet direct zie gebeuren wil ik tóch blijven geloven in die goede krachten, omdat ik diep in mijn ziel weet dat dát de enig zinnige weg is. Ik geloof oprecht in de levenshouding van Jezus
Christus. Hij is de weg die ik wil gaan. Daarom noem ik mij Christen. En ik ben trots op die Geuzennaam. Want dat is het haast geworden. Ik wil samen met Hem en met ontelbaar veel goede mensen, binnen of buiten de kerk, in die solidaire liefde gaan staan, met de voeten op de grond, het gezicht naar het licht gekeerd, wetend dat het onze bestemming en ons geluk is om voor elkaar zo goed als God te zijn. Samen met hen wil ik mij inzetten voor meer, veel meer dan eigen belang. Daar heb ik plezier in. Dat geeft ruimte aan mijn ziel. Ik kies er daarom voor om, met de profeten en met Jezus en alle mensen van goede wil, te blijven verlangen naar een wereld waar brood en liefde is, water en wijn en schoonheid, gratie en plezier genoeg voor iedereen! Dat is mijn spiritualiteit. Al moet ik erbij zegen: op hoop van zegen! Want ik besef elke dag: zó leven, dat kan ik alleen als ik contact houd met mijn innerlijke bron,
met God die mijn levensadem is. Ik vertrouw er op, want dat is geloven, ik vertrouw er op dat Hij mij zal zegenen.
Daarom proberen wij hier op 't Zand, ook buiten de grote feestdagen om, voluit te zingen over hoop en vertrouwen en inderdaad: vreugde. Telkens als wij hier bij elkaar zijn, vergeten we even de zwaartekracht van het leven, we worden licht omdat God ons open ademt en wij ons door Hem en door elkaar gedragen weten.
Tot slot wil ik u, zoals elk jaar, maar weer herinneren
aan de afspraak die wij hier de laatste jaren met het kerstfeest hebben gemaakt. Namelijk: om te volharden in
het verlangen naar die wereld waar God mag wonen en waar wij beseffen dat wij deel zijn van het grote leven. Dat dát onze levenshouding is. De meest bondige samenvatting daarvan is het ritueel van brood en wijn. Je houdt je hand op, krijgt een stukje van brood dat staat voor Jezus, die nieuwe mens, God-met-ons, voor leven en toekomst. En je zegt: Amen! Wat betekent: hier ben ik, ik doe mee, op U vertrouw ik, kome wat komt. Zo wens ik u een vreugdevol kerstfeest toe.