Voor de 2de keer thuiskomen (2013)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

HERINNERINGEN AAN VADER

Middelbare scholieren kunnen in onze parochie hun maatschappelijke stage doen. Marcel Mollink is een project aan het opbouwen onder de titel: ‘De werken van barmhartigheid’. Onlangs bezocht een groepje tieners de voedselbank, want ‘hongerigen voeden’ is een van die werken. Zij hielpen mee aan de lichtjesavond van Allerzielen op het kerkhof, want ‘doden begraven’ is ook een werk van barmhartigheid. Zo bezochten ze ook een keer leeftijdgenoten die gedwongen in een tehuis verblijven. Voor die gelegenheid was gepland om samen een rap te maken, een ritmisch verhaal. Het onderwerp zou de herinneringen aan vader zijn. Hoe herinner je je vader in je leven? Op het laatste moment is dat onderdeel uit het programma geschrapt. We realiseerden ons dat het teveel emoties los kon maken. Vaders en moeders laten diep sporen achter in de ziel, en bij jonge mensen die in de problemen zijn gekomen, vaak ook heel pijnlijke indrukken. Jezus vertelt over de verloren zoon. Een jongeman heeft zich vrijgevochten uit zijn ouderlijk huis. Hij is volwassen geworden. Hij had het lef huis en haard te verlaten. Hij had de brutaliteit om bij een varkenshoeder te gaan werken, terwijl zijn pa als goede jood varkensvlees meed als de pest. De jongen had de boerderij verlaten, was de wereld ingetrokken en had zichzelf de kans gegund zijn eigen fouten te maken en zijn eigen avonturen te beleven. Aan de verleiding van drank en vrouwen had hij zich overgegeven. Honger had hij aan den lijve ervaren. Nu keert hij als volwassen man naar zijn vader terug. Een dramatisch moment. Hoe is dat, als je als volwassen vent naar je ouderlijk huis terugkeert? Wat voel je als je voor de tweede keer thuiskomt?

NIET THUIS!

Voor de tweede keer thuiskomen... dat is niet iedereen gegeven! Je groeit op, leert een partner kennen die thuis misschien niet in goede aarde valt. Je bent druk met werk en carrière. En dan sterft vader, nog voordat je weer thuisgekomen bent en hem je zoon of dochter kon laten zien. Dat doet pijn! Je hebt je huis gebouwd, hij is nog komen helpen in de tuin, maar spoedig kreeg hij de handen vol omdat moeder geestelijk achteruit ging; je zag elkaar met de kerst en toen je hem uit de grond van je hart wilde bedanken voor alles, lag hij in coma. Dat doet pijn. Of je hebt de goedkeuring, de trots van vader node gemist. Hij was een hardwerkende man maar hij uitte zijn genegenheid niet met woorden. Opa was vroeger ook niet de gemakkelijkste geweest. Na de scheiding was het contact met vader helemaal afgelopen. Op je bruiloft is hij niet geweest. Je bent niet eens zeker over zijn adres en nu je eigen huwelijk spaak loopt, zou je hem zo graag nog eens zien. Navraag leert dat hij vier jaar geleden overleden is. Ik wil duidelijk maken dat een tweede terugkeer naar huis, naar vader en naar moeder, een behoefte is bij elke mens, maar dat deze dikwijls onmogelijk is. Een kind groeit op en moet een vrije, volwassen mens worden. Hij verlaat het huis. Hij kiest een bruid. Vaak gaat dat met spanning gepaard. Liefde veroorzaakt spanning. Ouders willen hun kind behoeden voor gevaar en het kind voelt dat alsof ze hem het leven ontnemen. Ongewild staan zij zijn ontwikkeling in de weg. Zij kiezen voor veiligheid en hij voor avontuur. Er is een lange weg te gaan, om voor de tweede keer thuis te komen!

GOD DE VADER

Het ontroert mij dat Jezus God vergelijkt met een vader, níet met de vader in de rol van de energieke jonge pappa die een partijtje voetbal speelt met zijn zoon, maar met de vader die een volwassen kind heeft, een zoon die de strijd om de vrijheid gestreden heeft en met een zeker schuldgevoel teruggaat naar de geborgenheid van weleer en zegt ‘Vader het spijt mij!’ Hij kan zonder meer rekenen op een vanzelfsprekende barmhartigheid. Zijn vader heeft ook geleerd. Hij wil niet meer sturen, hij wil niet meer verbieden, hij wil niet meer korten..., hij wil enkel in zijn armen sluiten. ‘Zo moet je de ontmoeting met God voorstellen’, zegt Jezus tegen de schriftgeleerden. ‘God is de vader die niets anders meer van zijn kind verlangt dan hem omhelzen.’

BOOS

Lieve kinderen. Met vurige ogen en samengeknepen wenkbrauwen keek Bruno zijn vader aan. ‘Dan ga ik ergens anders wonen!’, riep hij boos. Bruno was nog geen zes jaar, maar zijn boosheid kon de hele wereld aan. Pappa had gezegd: ‘En nou naar bed!’ Maar Bruno kon de klok lezen; het was nog geen half acht. Het filmpje van Thomas was nog niet uit. Hij verdacht pappa ervan dat die alleen maar de sport wilde opzetten. ‘Zo en waar wou je dan heengaan!? Niemand wil zo’n eigenwijs, boos kereltje als jij!’ riep pappa. Want pappa leek op Bruno, dat hoor je wel. Dit was Bruno teveel. Hij stapte de kamer uit; bonkte de trap op... en pappa zette het sportkanaal op. Daarom kon hij even later niet horen dat Bruno de trap afsloop. In een plastic zak had hij zijn pyjama, zijn knuffel en een schone onderbroek meegenomen. Zachtjes deed hij de voordeur open en sloop naar buiten, de donkere nacht in! De sport op de t.v. was al afgelopen en zelfs het journaal, toen plotseling de telefoon ging. ‘Jullie zullen wel ongerust zijn’, begon oma. ‘Bruno blijft bij mij logeren vannacht. Dan weet je dat!’ Pappa schrok. Hij had niet gemerkt dat Bruno ontsnapt was. Hij was te streng geweest, begreep hij. ‘Goed hoor’, zei hij tegen oma en de volgende dag hing pappa slingers op en een groot karton op de deur met WELKOM THUIS. Bruno had zijn schone onderbroek niet eens nodig gehad!