Omspitten en bemesten (2007)

Een kind vond een klein eendje helemaal alleen. Blijkbaar zijn moeder verloren. Verscholen onder een struik wachtte het op niets. Het meisje scheurde haar broek, maakte haar jas vies en pakte het kleine beestje op. Thuis zeiden haar ouders dat het allemaal hopeloos was. Het eendje zou het toch niet overleven. Met een pipetje, broodkruimels en melk ging ze aan de slag en in de warme handen van het meisje begon het diertje weer op te bloeien. Na een paar maanden terug in de vijvers van het park bleef de kleine dierenverzorgster het eendje in de gaten houden en het jaar daarop zwommen 7 kleine eendjes echter moedereend aan. Hoe mooi kan het zijn….

Een man in onze parochie. In het ziekenhuis voelde hij zich maar een nummer. Hij werd geopereerd, zakelijk en kundig, maar er was niet zoveel betrokken aandacht. Iedereen had het veel te druk. De verzorging van zijn ongemakken liet meer dan te wensen over. Er waren allerlei excuses en uitvluchten, noem maar op… Eenmaal thuis en nog erg ziek knapte hij wat op door vriendelijke zorg van de thuiszorg dag en nacht. Prima verpleging, betrokken aandacht, extra zalf om doorliggen te voorkomen. Prinsheerlijk zag ik hem van de week in zijn bed liggen. Beter worden zal wel niet meer lukken, maar de tijd die hij nog heeft wordt gewaardeerd, is vol zorgzaamheid en  heeft hoge kwaliteit.

En dan die boom waarover Jezus vertelt. Een vijgenboom waaraan maar geen vruchten wilden komen. De eigenaar heeft hem in gedachten al omgehakt. Het levert toch niets op. Hij is ook alleen maar de eigenaar. De tuinman zegt dat hij het nog eens wil proberen. Laat me die boom nog eens een keer bemesten, de grond eromheen luchtig maken. Dan kunnen we nog zien…

Of die boom uiteindelijk vrucht draagt is nog niet belangrijk. Jezus heeft een boodschap: Keer je om. Blijf niet dezelfde fouten maken. Probeer een nieuw leven te beginnen. Probeer het goede te doen, want mijn koninkrijk komt niet zomaar uit de hemel vallen. Je bent er niet door zomaar te zeggen: Ik geloof. Het komt er pas door ook de handen uit de mouwen te steken door mensen in je omgeving met zorg en liefde te omringen. Zo mag je proberen zo goed als God te zijn.

In de eerste lezing openbaart God zijn naam aan Mozes: Ik zal er zijn. Ik ben er voor jou en in die Heilige naam zit  Zijn hele boodschap opgesloten: als God er is voor jou, mag jij er zijn voor jezelf voor anderen, voor je omgeving, voor de mensen om je heen en zeker voor kwetsbare mensen die het extra nodig hebben.

Ons geloof is nog niet zo ingewikkeld. Je mag weten, dat je er mag zijn, dat God er voor je is, als je er zelf ook bent voor anderen. Nee, moeilijk is het niet, maar toch is het wel heel lastig om het echt in te zien, om het echt te doen. Daarvoor is bijvoorbeeld deze tijd van veertig dagen gegeven. Het is een tijd van inkeer en bezinning om na te denken over wie we zijn en wat we doen en of we er zijn voor anderen en of we er zelf mogen zijn in de ogen van God. Eendjes worden in warme handen opgepakt, lieve mensen verzorgen zieken en ook wij worden niet zomaar omgehakt. Onze God is vooral mild, barmhartig en genezend. Dat horen we steeds maar weer opnieuw van Zijn zoon Jezus en mogen we steeds opnieuw ervaren.