Eerst geloven, dan zien

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het sleutelwoord van dit evangelie is ‘zien'. Het is opvallend hoe dikwijls dit woord in het verrijzenisverhaal voorkomt. 'De leerlingen waren vervuld van vreugde bij het zien van de Heer.' Toen Thomas bij hen was zeiden ze: 'Wij hebben de Heer gezien.' Jezus nodigt Thomas uit: 'Bezie mijn handen, ... Thomas, omdat je gezien hebt, geloof je. Zalig zij die niet zien, en toch geloven.'

Die woorden 'zien en geloven' werpen wel een heel bijzonder licht op het verrijzenisgebeuren en op de vragen die ons bezighouden. Wat hebben de eerste leerlingen gezien en hoe hebben ze Jezus gezien?

Het valt ons op dat bij de herkenning van de verrezen Heer, niet het zien voorafgaat, maar het geloven. Je moet eerst geloven en dan pas kun je de Verrezene zien. Thomas en wij met hem, denken dat het juist andersom zou moeten zijn. Wij willen eerst zien en dan pas zullen we geloven. Nu moet wel heel duidelijk gezegd worden: het ware geloof in de verrijzenis berust niet op het zien met onze ogen. Het evangelie zegt ons niet hoe de apostelen gezien hebben, maar wel dat we de Heer kunnen herkennen zonder te zien. De ogen van de apostelen bleven gesloten totdat de Heer zich aan hen deed kennen. Zij zagen Hem met de ogen van het geloof, of anders gezegd met de ogen van de liefde. Immers het wezenlijke is voor de ogen verborgen, men ziet dat alleen met het hart.

Het geloof dat Jezus zalig prijst is als een zesde zintuig; het geeft inzicht in de werkelijkheid die voor het oog verborgen is. Dat gebeurt ook reeds in ons dagelijks bestaan. Als je iemand echt liefhebt zie je niet alleen zijn uiterlijke verschijning, maar je ziet in die verschijning dingen die anderen niet zien: de bekoorlijke schoonheid die een geliefde kan uitstralen, de diepte van zijn lijden, van zijn verlangens.
Zo is het ook bij het zien van de verrezen Heer. Het geloof is een pure vorm van liefde, die ons een werkelijkheid laat zien die wij met onze lichamelijke ogen niet kunnen zien. Met de woorden: 'Kom, Thomas, bezie mijn handen' laat Jezus zich aan Thomas zien als de Verrezene. Hij ziet niet alleen Jezus, maar hij ziet in dat Jezus ‘zijn Heer en zijn God' is. Zo werd hij door zijn liefdevol geloof over de drempel van de tastbare werkelijkheid heen gedragen, zodat het hem gegeven werd in Jezus meer te zien dan datgene wat hij met zijn ogen kon zien.

Nu begrijpen wij dan ook het woord van Jezus: 'Zalig zij die niet zien en toch geloven.' Je mag niet eisen om Jezus te zien met je menselijke ogen. Je zult Hem alleen kunnen zien zoals Hij zich doet zien, in de hongerige, in de zieke die getroost moet worden, in de dakloze die beschutting zoekt.

Dat is paasgeloof. Dit paasgeloof wordt nog steeds geboren binnen de gelovige gemeenschap. Jezus komt zelf in ons midden staan waar wij samen zijn heilsdaden ter sprake brengen. Hij maakt ons hart brandend met zijn vreugde, vrede en zekerheid. Het is zo dat de Heer zich aan ons laat zien.