Wie Jezus nadert, nadert het vuur

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het kan gebeuren dat je iemand al een hele tijd kent: je bewondert hem als de goedheid zelf, altijd kalm en rustig, maar bij toeval schiet hij uit en wordt hij heftig. Dan zeg je: zo heb ik hem nog nooit gezien, ik wist niet dat hij zo kon zijn.

Zo kan het ook met Jezus gebeuren. Wij horen Hem vandaag spreken over vuur dat branden moet, over verdeeldheid die Hij brengen zal in de familie, over een vuurdoop die Hem bedrukt. Dan vragen wij ons verwonderd af: is dat die goede Jezus, zachtmoedig en nederig van hart? Eigenlijk past Jezus in geen enkel kader. Hij is gekomen tot opstanding, maar ook tot val van velen. Hij brengt heil, maar kondigt ook oordeel af. Hij spreekt over vrede, maar niet over een vrede die de rust op een kerkhof betekent, of een vrede die ons zo maar in de schoot geworpen wordt. Jezus biedt leven aan, maar kan ook beslissingen afdwingen.

Eigenlijk zien wij Jezus niet zo graag van deze kant. Wij houden meer van rust en vrede en die verdeeldheid, waarvan Hij spreekt, stoort ons. Zijn wij niet geneigd te zeggen: laat ons maar rustig geloven wat wij altijd geloofd hebben, wij zullen wel naar de kerk gaan, maar ons bemoeien met al de spanningen in de wereld, dat hoeft niet. Zelfs kerkelijke leiders prijzen liever brave mensen en gewillige kloosterlingen die zich niet bemoeien met wantoestanden en geloofsproblemen, dan mensen die openlijk de strijd aanbinden tegen verouderde gezagsstructuren of sociale ongerechtigheid.

En toch, wie ernstig nadenkt over de situatie van Kerk en maatschappij en zich geen zorgen maakt over de toekomst, bewijst dat het geloof voor hem geen enkele inspiratiebron meer is. Je ziet een huis in brand staan waarvan de bewoners slapen, de vlammen slaan al volop uit het dak. Iemand wil met bonken op de deur de bewoners wakker maken en roept hulp te gaan halen. Jij kijkt verwonderd en antwoordt: maak toch niet zo'n lawaai in de nacht... dat vuur zal wel vanzelf uitdoven.

Voor elke waakzame christen moet het toch heel duidelijk zijn dat het huis van de menselijke samenleving in brand staat. Moeten wij dan rustig in dit oude, brandende huis willen blijven?

Wij hebben van Christus de opdracht gekregen om het vuur te leggen onder alle vormen van ongerechtigheid die op ik-zucht, hebzucht en eerzucht zijn gebouwd. Wij hebben niet te kiezen, ofwel ontsteken wij in deze maatschappij het vuur van de Blijde Boodschap of verbranden wij ermee zoveel ‘ismen' en ideologieën.

Is dat eigenlijk niet de grootste ergernis van deze tijd die Jezus in het evangelie aanklaagt: onze traagheid, onze gemakzucht? De wereld neemt het ons niet kwalijk dat wij christenen zijn, maar wel dat wij onze verantwoordelijkheid niet willen opnemen. Wij doen alsof de zorg omtrent vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping niet bij het geloof hoort. En toch, als wij ons contact verliezen met deze wereld, verliezen wij ook het contact met God. Wie Jezus nadert, nadert het vuur. Vele christenen doen zelf niets, en als er onder hen dan profeten opstaan, dan maken zij ze monddood en schuiven ze op een zijspoor. Wij hebben zoveel echte menselijke waarden te verdedigen vanuit de boodschap van Jezus en wij missen de fierheid en de moed om ze uit te dragen. Het is immers door het verder vertellen en overbrengen van de boodschap van Christus dat de Kerk geboren is; zo alleen kan de Kerk zich vernieuwen en zal er in deze wereld een vreugdevuur ontstoken worden, dat alle mensen kan verlichten en verwarmen.