Je verantwoordelijkheid nemen

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Misschien heeft u jarenlang geleefd zonder dat u zich ook maar een moment druk hoefde te maken over een mogelijke inbraak in uw huis. Misschien dacht u: dat zal ons wel bespaard blijven. En toen ineens was het raak. Ineens hoorde ook u hij al die ongelukkigen, hij al die mensen die op een onbewaakt ogenblik werden bezocht door de plaag van de criminaliteit. Kostbare of dierbare zaken verdwenen ineens uit uw leven. Onvervangbare herinneringen werden van de ene op de andere dag uitgewist. Een groot gevoel van vervreemding en onveiligheid liet het hij u achter. En hoe graag u dat misdadig tuig ook te grazen zou hebben genomen, de politie is de daders nooit op het spoor gekomen.

En nú past u er natuurlijk wel voor op. Nú zal het u niet meer gebeuren dat uw huis zomaar een paar weken onbeheerd achter blijft. Nu bent u zelf af en toe ook waakzame thuisblijver, of u vraagt dat aan vrienden. En als Jezus ons dus vandaag tot waakzaamheid oproept lijkt dat heel eenvoudig te begrijpen. Het lijkt wel of hij inbraakpreventie hij ons aanbeveelt. En dat is helaas voor ons nog steeds dagelijkse kost.

Maar toch is er een moeilijkheid. Want u zult ook wel begrepen hebben dat de dief en de inbreker die ons vandaag door Jezus wordt voorgesteld geen crimineel is. Het is niet de een of andere man of vrouw waar de politie tevergeefs naar zoekt. Het is, zo blijkt uit het vervolg, de mensenzoon zélf die midden in de nacht kan opduiken. Dat wil zeggen: de eerste en belangrijkste medewerker van God, de Messias. Het lijkt erop alsof God zelf zo'n beetje de dief van zijn eigen portemonnee is geworden. Het is alsof de wereld hier op zijn kop wordt gezet. Maar dat is toch schijn. Want daarmee komen we nu juist aan kern van de zaak. Daarmee wordt ons duidelijk dat het in deze parabel van Jezus helemaal niet over onze have en ons goed gaat. Het gaat hier over de wereld, onze aarde die wij wel gemakshalve onze planeet en onze wereld noemen, maar die natuurlijk helemaal niet ons bezit is. Volgens het evangelie en heel de heilige Schrift hebben wij die wereld immers slechts van God in beheer gekregen. We lijken zo-doende inderdaad veel meer op die vakantiethuisblijvers in andermans huis dan wij vaak beseffen. Het zijn dan ook geen kamerplanten of huisdieren waar we op moeten passen. Op wereldniveau gaat het om niet minder dan al wat leeft en ademhaalt op deze planeet die ons is toevertrouwd. De grote criminaliteit is niet dat onze privé-woning gekraakt wordt, maar de vernietiging en de vervuiling, het onrecht en de oorlog, de diefstal en de afbraak die op heel deze bewoonbare wereld wordt gepleegd. Je voelt je hij zo'n grote opdracht en verantwoordelijkheid wel een beetje klein worden. En het is dus geen wonder dat Simon Petrus, die altijd goed is voor een vierkante vraag, vraagt: Voor wie is die gelijkenis bedoeld? Daar kan toch niet ieder mens mee bezig zijn? Zulke vraagstukken, waar een hele wereld mee gemoeid is, gaan toch helemaal boven ons vermogen?

Het antwoord van Jezus is duidelijk. Natuurlijk is er verschil in vermogen. De een zal opvallend veel kunnen doen, en de ander is beperkt. Voor de een zal het beperkt blijven tot het gescheiden houden van het afval, en de vrede bewaren met de lastige buren; maar voor anderen is het een bedrijf dat zich wel of niet inspant om het milieu niet te belasten. Of dat bedrijf wel of niet zijn mensen tot hun recht laat komen. Toch lijkt het of Jezus een beetje de voorkeur geeft aan juist die kleine bijdragen in dat grote geheel. Alsof hij zeggen wil: ‘Petrus, vaak zijn het juist de vele kleine bijdragen waardoor het geloof in een betere wereld staande blijft op aarde'. Zijn het inderdaad ook in een parochie of wijk niet juist die vele kleine vruchten van geloof die de bindende kracht vormen? Krijgen mensen juist daardoor niet het besef samen met iets groots bezig te zijn? Zoals in de eerste lezing de eenvoudige mensen zich heilig voornamen, om elkaar te sterken in het goede, en zo het kwaad te weerstaan: mag zo ook hier ons geloof in Jezus' woord vrucht dragen.