Zeventiende zondag door het jaar (1998)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden

Als je maar volhoudt, dan krijg je wat je vraagt. Laten we realistisch blijven: dat kan natuurlijk niet. Verbeeld je dat alle gebeden altijd verhoord zouden worden, als je maar lang genoeg blijft aandringen. Dat zou de chaos in de wereld nog veel en veel groter zijn. Je komt wel eens mensen tegen die zeggen: Ik geloof niet meer in God, ik geloof niet meer in bidden. Ik heb O.L.Heer van het kruis gebeden, maar het hielp niets.
Wat is bidden? Bidden is God erbij halen. In de joodse traditie heet God: Jahwe, ik ben, ik ben er voor jullie. God erbij halen als je het op eigen kracht niet aan kunt. Dan moet ik denken aan twee jongetjes die ruzie hebben, en de een die het niet kan winnen haalt zijn vader erbij, om toch zijn gelijk te krijgen.
Ik denk niet dat we God erbij halen zo moeten zien. Mischien kun je het zo zeggen: God erbij halen is van binnen stil worden zodat God bij je binnen kan komen, met zijn geest, met zijn kracht, met zijn vrede, met zijn inspiratie. God erbij halen betekent niet dat hij onze problemen en noden even oplost als een grote tovenaar, dat hij als een soort supersinterklaas onze wensen even verhoort?
Als we even nadenken, zullen we denk allemaal zeggen: Dat kan natuurlijk niet. Maar hoe zien we het dan? Als je in nood bent, groot verdriet hebt, niet meer weet hoe verder, dan zoek je steun bij anderen, dat is gewoon menselijk. En als gelovige mens kun je ook steun zoeken bij God. En natuurlijk mag je Hem vragen: help me toch, Daar heb je een vader voor, ook al is die onzichtbaar. Het gaat echter niet zozeer om een instant oplossing van onze problemen maar om de kracht die je bij God in je bidden vindt.
Je kunt het vergelijken met een kind dat zich lelijk bezeerd heeft en met betraande ogen op schoot van zijn moeder of vader kruipt, Daarmee is zijn pijn niet meteen weg, maar hij wordt wel rustig. Zo geeft aanhoudend bidden ook ons innerlijke rust, en die rust lost vaak al heel veel op.
Maar bij bidden gaat het niet alleen om bidden voor jezelf. In de beide lezingen valt het op dat er voor anderen gebeden wordt: Abraham soebat niet voor zichzelf maar voor Lot en zijn lotgenoten in Sodom en Gomorra En in het voorbeeld dat Jezus geeft vraagt de man niet voor zichzelf maar voor de gast die bij hem gekomen is.
Maar bidden voor anderen, heeft dat wel zin? Ieder moet maar voor zijn eigen bidden, zei eens iemand, Ieder moet zelf maar steun zoeken bij God. Heeft het zin om God erbij te halen als je noden of problemen om je heen ziet, vlak bij je of ver weg, de ziekte van een familielid, of van een buurman of de ellende van mensen in Bosnië of Kosovo?
Bidden voor anderen is een vorm van medeleven, van je betrokken voelen met een ander of met een groep anderen, ook van de onmacht die je hebt omdat je zelf niets kunt doen, tenminste geen oplossing kunt geven. Als gelovige mens haal je dan God erbij, niet omdat je denkt dat Hij wel even een wonder doet en voor een gemakkelijke oplossing zorgt, maar wel omdat je hoopt dat die ander ook wat kracht vindt in zijn of haar moeilijke dagen, of dat mensen de kracht vinden om samen problemen op te lossen.
In de voorbede, een belangrijk deel van ons biddend samenzijn, bidden we altijd voor anderen, voor wereldnoden, voor problemen in de samenleving of in de gezinnen. Ook hier spreken we onze hoop uit dat het anders wordt, dat mensen anders gaan handelen, want mensen moeten het doen.
Het zou wat al te gemakkelijk zijn om te denken: mensen maken oorlog, doen elkaar een hoop narigheid aan en God lost dat wel even op als we dat vragen.
Een oudere pastoor vertelde eens hoe hij gemerkt had dat hij de voorbede die hij maakte anders was gaan formuleren. Eerst bad hij: God, maak een einde aan de oorlog. Toen werd het: God, laat er vrede komen. En tenslotte: God, geeft wijsheid en kracht aan die mensen die beschikken over oorlog en vrede. Want uiteindelijk: mensen moeten het doen, in de kracht van God. En in zijn kracht kunnen mensen veel meer dan ze denken.