Tweeënzeventig (Lc. 10,1)

 

Lucas geeft een beeld van een zeer missionaire kerk.  Hij toont dit vooral in zijn boek over de Handelingen van de apostelen.  Wat gebeurt na Pasen is bij hem al aanwezig vόόr Pasen.  Lucas heeft een dubbele zendingsrede.  Jezus zendt de Twaalf en een tijd nadien nog 72 (70) andere.  Dit getal is beïnvloed door het eerste verbond en duidt op alle volkeren. (Gen. 10, Ex.1,5, Num. 12,24).  Zijn sympathie voor het getal 70 heeft ook wat te maken met het joods verhaal dat zeventig mensen de hebreeuwse bijbel in het Grieks hebben vertaald.  Zij hebben zo bijgedragen tot een verspreiding in de diaspora van de bijbelse boodschap.  De tweeënzeventig en hun navolgers zullen op hun beurt de boodschap van Jezus in de wereld bekend maken. 

Meer dan zeventig zendelingen, dit is een behoorlijk aantal, zelfs wat overweldigend in een land waar steden en dorpen niet zo groot waren.  Welke golven veroorzaakten ze?  Hun missie kon niet onopgemerkt blijven.  Zij verliep met succes tot vreugde van Jezus en van zijn tweeënzeventig leerlingen. 

 De missie is het werk van de Heer.  Lucas gebruikt alweer die verheven titel voor Jezus.  Het werk dat zijn gezondenen doen is zijn weg voorbereiden.  Lucas zegt dat zij zich allereerst moeten richten tot de Heer van de oogst.  Lucas deelt het optimisme van Jezus over de grote oogst.  Hij is daarmee verwant aan wat Jezus zei in Samaria over de komende oogst (Joh. 4,35).  Ons gebed om roepingen veronderstelt allereerst het geloof dat er een oogst is.  Dit  kan al veel zwaarmoedigheid wegnemen.  Hoe komt het dat gebed om roepingen niet verhoord wordt?  Zijn de eisen die Jezus stelt te hoog?  Stelt de wijze waarop wij er zijn op ingegaan teleur?  Zijn we te ver afgeweken van de visie van Jezus?  Franciscus heeft praktisch letterlijk opgevolgd wat Jezus vroeg.  Hij was een levend evangelie.  De leerlingen van Jezus moeten indachtig blijven hoe hun Heer was, een nomade, een pelgrim. Leerlingen zijn pelgrims.  In het verhaal van een Russische pelgrim bidt deze man: "Door de genade van God ben ik mens en christen.  Door mijn daden ben ik een grote zondaar.  Door roeping ben ik als Jezus een pelgrim van de armste soort, onderweg van plaats tot plaats.  Mijn aardse bezit omvat een kleine zak op de rug, met een beetje droog brood en met de heilige bijbel in de binnenzak van mijn hemd.  Anders niets." 

Welk contrast met leiders van sekten, zoals de Universele Kerk van Christus in Brazilië met miljoenen aanhangers.  Haar stichter Edir Macedo met een fortuin van 2 miljard dollar werd in 2009 beschuldigd van misbruik en aftroggelarij.

 Jezus geeft sobere richtlijnen.  Trek maar de mensen met een eenvoud van middelen.  Overtroef hen niet.  Weet nochtans dat de opdracht niet eenvoudig is.  "Ik zend u als lammeren onder de wolven."  Moord op priesters, religieuzen en gelovigen toont aan hoe juist dit woord van Jezus is.  Anderzijds laat Jezus verstaan dat er mensen ontvankelijk zijn  en dat zij zijn zendelingen zullen opnemen in hun huizen en in de steden, de twee terreinen van de proefmissie.  

Hun boodschap is dubbel. Ze genezen zieken en verkondigen (daardoor) dat het rijk nabij is.  Hun genezingen zijn vooral bezweringen van de boze geest.  Het woord van Jezus over de gevallen Satan houdt verband met geloof aan geesten van het kwaad die de hemelse sferen bewonen (Ef. 6,12). 

 Zijn de eenvoudige zendingswoorden van Jezus te vinden in de zware structuren en breed uitgesponnen beleidsnota's van diocesane en Vaticaanse commissies?  Of zijn ze erdoor bedolven?  De oude kardinaal Martini werd in Jeruzalem bevraagd door M. Sporsill, een Duitse jezuïet.  Deze legde hem bedenkingen voor van jongeren.  Hij vroeg hem ondermeer hoe de Kerk jongeren kan helpen bij hun levenskeuze.  De kardinaal antwoordde: "Misschien moet onze nabijheid en vriendschap met hen meer onvoorwaardelijk zijn en veel sterker.  Ongetwijfeld blijven in de kerk in onze westerse landen een aantal verantwoordelijken en bisschoppen achter dikke muren gezeten, in nieuwe burelen of oude paleizen."  In Jeruzalem heeft hij veel jongeren ontmoet, die - hun slaapzak bij zich - een tijd lang pelgrim wilden zijn.  Zij trokken de woestijn in en aanvaardden er, althans voor een bepaalde tijd, het gemis aan comfort.  Zij volgden het woord van Jezus op: "neem niets met je mee, geen geld, geen voorraad en geen tweede hemd."  "Dit woord, aldus C. Martini, is zeker een appèl gericht tot de Kerk om een eenvoudig leven te leiden met minder bureaucratie.  Hoe staat het met het bezoek van mensen aan huis?  Wie durft mensen direct aanspreken?  Het is wellicht gemakkelijker missionaris te zijn en nieuwe contacten op te nemen onder heel eenvoudige vormen dan met een volgeboekte agenda en officiële diensturen."  Hij herinnert zich hoe hij als jonge student tijdens zijn jezuïetenopleiding deze ervaring van het pelgrim zijn kon meemaken en met weinig middelen moest optrekken.  De leden van Tibériade (Lavaux-Ste-Anne) wagen zich geregeld aan zulk experiment.  Kardinaal Martini zegt verder: "Het leven in de huidige consumptiesamenleving geeft aan jonge mensen veel meer mogelijkheden dan in mijn generatie.  Hoe meer mogelijkheden, hoe meer te nemen beslissingen.  Ik moedig de jonge mens aan te kiezen en er niet te lang mee te wachten.  Wie geen beslissing neemt, mist zijn leven.  Dit is het grootste gevaar vandaag.  Daartegenover is het risico een verkeerde beslissing te nemen, die achteraf moet gewijzigd, veel geringer.  Al wie iets aandurft, begaat vergissingen.  Het is belangrijk van in te zien dat alleen moedige mensen de wereld ten goede veranderen.  Aan moedige mensen is het gegeven echte vrienden te hebben.  Zij beseffen dat de kracht komt uit Gods hand" (Nachtelijk gesprekken in Jerusalem).