Wie ban Ik volgens jullie?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Van een van de abten van de norbertijner abdij van Berne-Heeswijk wordt verteld, dat hij op zijn sterfbed gezegd zou hebben: 'Ik heb nieuwsgierig geleefd, ik wil ook nieuwsgierig sterven.' Soortgelijke gedachten hoort men wel meer van mensen, die terugkijken op hun leven. Hoe is het geweest? Hoe komen de brokstukken in Gods hand toch bij elkaar? Is er een afronding, een voltooiing? Maar ook als we nog midden in het leven staan, komen die vragen. Hoe vinden ze mij? Wat denken ze van mij? En diep in je hart is er de hoop, dat ze niet te slecht over je denken.

Deze nieuwsgierigheid heeft ook Jezus gekend. Op een dag wil Hij van zijn leerlingen, die al een tijdje met Hem meegaan, weten wat ze van Hem vinden. Hij stelt die vraag: 'Wat vinden jullie nu van Mij? Wie ben Ik volgens jullie?'

Het was na die wonderlijke avond van de brooddeling, waarop 'allen gegeten hadden, tot ze verzadigd waren'. Jezus had zich teruggetrokken in gebed. Juist toen kwamen zijn leerlingen naar Hem toe. Bidden was Hem niet lang gegund. Hij moest zich weer aan de mensen wijden. Daardoor komt Hij tot de vraag: 'Wie denken de mensen, dat Ik ben? Jezus vraagt aan de mensen die met Hem meegaan om 'bevestiging'. De eerste antwoorden die de leerlingen geven zijn ontwijkend: 'je lijkt op... je lijkt op Johannes de Doper, anderen vinden dat je op de profeet Elia lijkt.'

'En wat vinden jullie van Mij?' Nu neemt Petrus de kans waar om woordvoeder te zijn. Hij zegt, nogal vierkant en massief: 'Gij zijt de Gezalfde van God, de door God gezonden Messias.' En dan gebeurt er iets merkwaardigs. Jezus wil er niet op doorgaan. Hij zegt dat ze er verder maar niet over moeten praten. Waarom doet Hij dat? Waarschijnlijk, omdat ze een verkeerd idee hebben van zijn Messiasschap. Naar hun idee is dat met macht en wonderen omkleed. Maar Jezus heeft een duidelijk voorgevoel, dat het heel anders gaat uitpakken. Met zijn dood en ondergang heeft het te maken. En dan komt dat wonderlijk getuigenis van groot vertrouwen: 'Na ter dood te zijn gebracht, zal Hij op de derde dag verrijzen.' Hij getuigt, samen met andere grote gelovigen: 'Bij God is mijn leven veilig, wat er ook gebeurt. Hij Iaat zijn gelovigen niet in de steek.'

En het is juist dat geloof, dat Jezus op zijn leerlingen wil overbrengen. Durf je leven op het spel te zetten, als het moet tot op het kruis en je zult niet verliezen: Wie zijn leven inzet, die redt het wel! 'Kun je me daarin volgen?', dat vraagt Hij aan zijn leerlingen, aan ons. 'Kun je Me volgen in dat waar het schijnbaar op uitloopt, in beproeving, lijden en dood? En daarin ontdekken wie je bent?

De vraag van Jezus prikkelt ook ons: wie ben ik, waar loopt mijn leven op uit? Het is een nieuwsgierigheid naar God toe; hoe Hij de soms vreemde lijkende brokstukken van ons leven straks bij elkaar zal brengen en tot een geheel zal voltooien.

De vraag van Jezus: 'Wie ben Ik voor jullie', brengt de mens die Hem serieus neemt, dus ook bij zichzelf: 'Wie ben Ik in Gods naam, waar kom ik vandaan en waartoe ben ik geroepen?'

Natuurlijk ligt het in ons menselijk vermogen die vraag te ontgaan, op die vraag geen antwoord te zoeken. Ik kan aan de vraag ontkomen door bijvoorbeeld te vluchten in de verering van Jezus. Ik vereer zijn godheid en Iaat de invulling van mijn leven aan Hem over. Ik stort tranen over zijn heilig lijden, aanbidt zijn goddelijk hart en Iaat het daar verder bij. Ik vereer zijn kruis, maar neem dat kruis niet op me. En ik hoor niet goed de woorden van Jezus die mij vraagt mee te komen in het dragen van zijn kruis, in het opgaan met Hem in het lijden van de wereld.

Een goed antwoord geven op zijn vraag: wie ben Ik volgens jou, zal toch meer te vinden zijn in het doen van wat Hij deed. In het doen van dingen, die Hij voor mensen over had. De waarheid over zijn leven is, in zijn naam echt de minste zijn, durven dienen in plaats van de baas spelen, geven in plaats van naar mij toe graaien, me verdiepen in wie of wat lijdt.

Met Hem meegaande, zullen wij juist onszelf vinden, vrede en gerechtigheid aanbrengen waar dat kan, instaan voor de redding van een schijnbaar ondergaande wereld. Met Hem meegaande zullen wij weten, wie we zijn. Door Hem en met Hem en in Hem...