3° Zondag jaar C (2010)

"Het hele volk was in tranen uitgebarsten toen het de wet hoorde." Woorden uit de eerste lezing van deze zondag.
Na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap was het Joodse land een chaos: de tempel in Jerusalem verwoest, de bewoners vervreemd van de wet en de traditie. De tempel werd opgebouwd en op een massabijeenkomst werden stukken uit de wet van Mozes voorgelezen. Daarmee kregen de mensen het gevoel dat ze na een heel lange dwaaltocht, eindelijk weer vaste grond onder hun voeten hadden. Dat gevoel ontroerde hen zo diep dat ze er van moesten huilen.
Vreemd, ontroerd zijn om wetten! Die mensen aanvaardden ze dan ook als behoudend, sparend, reddend, niet als iets dat men opgelegd krijgt.
Wij hebben eerder het gevoel dat wetten onze vrijheid beknotten, toen hadden mensen het gevoel dat wetten hen hielpen om chaos te overwinnen.
Wij mopperen om wetten. Mensen die uit een chaos kwamen, waren er gelukkig om. Wetten ontduiken, sommigen zien dat zelfs als een vaardigheid, een kunst, die bewondering verdient.
Lucas is de schrijver van het derde evangelie en van de Handelingen der Apostelen, een niet-jood, die christen geworden is. Zelf heeft hij Jezus van Nazareth niet gekend, wel werd hij diep geraakt door de verhalen over hem. En die ervaring wil hij delen met vrienden. Uit zijn evangelie zijn de teksten gekozen die dit jaar op de gewone zondagen als Goed Nieuws zullen worden voorgelezen.
Vandaag hebben we gehoord dat Jezus in de synagoge opstond en voorlas uit de profeet Jesaja, het begin van hoofdstuk 61. Een prachtig stuk dat ik graag aanhaal: "De Geest des Heren is over mij gekomen, omdat hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de blijde boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen en aan blinden dat zij zullen zien: om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer."
Een genadejaar is een jaar waarin God zijn trouw, zijn genegenheid en zijn goedgunstigheid meer dan anders laat zien: concrete bevrijdende en verlichtende ingrepen aan al die mensen die op een of andere manier vastzitten en die het licht niet meer kunnen zien.
Jezus gaat dan zitten en zegt: "Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan."
Zijn gehoor was vertrouwd met zulke mooie woorden, die van allerlei moois beloofden. Juist zoals wij vertrouwd zijn met de mooie woorden van veel politici. "Wat koop je er voor"? Niets natuurlijk.
Toen ik dat stukje nog eens goed bekeek, dacht ik er aan dat Jezus bij zijn doop in de Jordaan een stem gehoord had, die hem bekachtigd had om door te geven wat hij ervaren had. Hij voelde zich sterk, vrij, bemind, vastgehouden, geworteld in God. Een symbiose die hem prikkelde om anderen ook zo ver te brengen: vrij, in het licht, sterk en gezond diep geworteld in de zelfde grond als hij zelf.
Dat woord symbiose spreekt me aan: het wijst naar harmonisch met elkaar samenleven, met elkaar omgaan en van elkaar afhankelijk zijn.
Op1 0ktober 1994 is de wet op Privacy in werking getreden. Privacy is ons heilig geworden. Deken Maessen wijst daarop in een diepgravend stuk op bladzijde 6 van de Streekbode van deze week.
Het gaat nog veel verder dan die wet: denk aan de privatisering van de spoorwegen, de energiebedrijven, ziekenhuizen en zorgorganisaties. Alles met het oog op concurrentie. En het is ons in het bloed gaan zitten. Symbiose zoals Jezus die beleefde met wie hij zijn vader noemde en die hij wilde doorgeven, is ons vreemd geworden. Wij hebben ONS menszijn geprivatiseerd tot MIJN menszijn: laat niemand zich zonder permissie op mijn terrein begeven.
In het immense universum waar wij een piepklein deeltje van zijn heerst een overweldigende samenhang, die van oudsher de harmonie der sferen genoemd wordt. Die vind ik ontroerend uitgedrukt in de twee handen die de aardbol vasthouden. Zo voel ik mij met tederheid vastgehouden en opgenomen in een groter geheel als iemand "aardig" tegen mij is, mij een compliment maakt, mij voor iets bedankt, mij groet.
Die ervaring ondervinden en laten ondervinden, dat bedoelde Jezus toen hij zei: "Het Schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord is thans in vervulling gegaan."
Dat mogen wij hem nazeggen, telkens als we "aardig" voor iemand zijn!