De eerste preek van Jezus

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Dit is de eerste preek, die Jezus gehouden heeft. Het is waarschijnlijk ook de kortste preek aller tijden. Twee regels: het Schriftwoord dat ge zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan. Dat was zijn hele preek.

Hij vertelt de inhoud van zijn zending: 'Ik ben gezonden om aan armen de blijde boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer'. Dat stond in dat Schriftwoord. En dat is thans in vervulling gegaan.

Als je nu de vraag stelt: aan welke armen brengt Hij de blijde boodschap, welke gevangenen wil Hij in vrijheid stellen, welke blinden wil Hij laten zien, welke verdrukten wil Hij in vrijheid stellen, dan is men geneigd hierop te antwoorden: dat zijn de armen van geest, dat zijn mensen die gevangen zitten in zichzelf, dat zijn blinden die niet meer zien waar het om gaat, dat zijn mensen die verdrukt zijn door het lijden. Men is dus geneigd een geestelijke uitleg te geven aan deze tekst.

Maar kijken we bij Jesaja - van hem is deze tekst afkomstig - dan blijkt dat het bij hem gaat om mensen, die om politieke of religieuze redenen in de gevangenis zitten, om mensen die in de letterlijke zin van het woord verdrukt worden omwille van hun overtuiging. Het was namelijk zo dat in de tijd van Jesaja velen van zijn volk gedeporteerd werden en gevangen gezet. Jesaja troost zijn volk met het vooruitzicht dat er iemand zal komen die hen zal bevrijden. Jezus neemt deze tekst van Jesaja over. Hij kan daar een geestelijke betekenis aan toegevoegd hebben, maar Hij zal zeker niet de letterlijke betekenis verwaarloosd hebben.

Als dat zo is, dan valt moeilijk te begrijpen waarom er mensen zijn die zeggen: geen politiek in de kerk. Trouwens: wat zouden die mensen gezegd hebben als onder de oorlog onze bisschoppen hadden gezwegen? Toen keken wij uit naar een bemoedigende brief van onze bisschoppen. Toen zeiden we: wat moedig van onze bisschoppen.

Bij Jezus zien we dat iedere mens, die Hem ontmoet, een bevrijdende boodschap krijgt. Er gaat van Jezus een bevrijdende ervaring uit. Dat zie je bij heel concrete mensen, die in een hoek waren gedrukt, die afgeschreven waren. Denken we maar aan een overspelige vrouw, of aan een moordenaar tegen wie Hij zei: Heden zult ge met mij zijn in het paradijs.

Het is natuurlijk de bedoeling, dat wij Jezus' werk voortzetten. Het christendom eindigt niet met zijn kruisdood. Als dat zo zou zijn, zouden we hier niet bij elkaar hoeven te komen. Wij moeten zijn werk voortzetten.

Iedere mens die wij ontmoeten, moet blij zijn met die ontmoeting. En als dat niet lukt? Komt dat dan omdat wij er niet aan dachten? Komt dat omdat wij het niet wilden? Komt dat omdat wij het niet konden? Waarschijnlijk omdat wij er niet aan dachten. Want wat ons willen betreft: geen probleem. En wat ons kunnen betreft: ook dáár ligt niet het probleem, want ook op ons rust de Geest des Heren.