32e Zondag C 2007

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Het lijkt een academische, een theoretische kwestie, dierbare gasten en parochianen van deze Vredeskerk. Het lijkt een verzonnen vraag - die de geleerde heren vandaag aan Jezus voorleggen. Maar U weet, veelgeliefden: de wérkelijkheid streeft in het leven vaak de fantasie voorbij. Toen ik drie jaar geleden hier sprak over deze evangelie-passage heb ik U verteld dat iets dergelijks in mijn eigen familie-geschiedenis voorkomt: Ene Pieter van Amsterdam die in het begin van de 17e woonde op de plek waar nu het Rijksmuseum staat, die hád zeven vrouwen. Steeds stierf zijn vrouw, vermoedelijk in het kraambed veelal ... Dus ik bedoel maar: Die kwestie die aan Jezus wordt voorgelegd, voor mij is dat uit 't leven van mijn eigen voorgeslacht gegrepen ...

Zo'n opeenvolging van verbintenissen: in onze tijd hoeft dat niet eens te betekenen dat één van de echtelieden het leven liet ... Gisteravond vertelde iemand mij nog over een man die hij kent en die reeds twee keer scheidde van een vrouw. Sinds kort is hij getrouwd met de derde. Zij is zévenendertig. Hij is tweeënzeventig. "Hij hep zeker cénte ...": Ik hóór 't Ú en mezelf al meteen denken ... Zou kunnen ... "Ze is een vrouw die weet wat ze wil" zei degene met wie ik sprak. En hij zei: "Ik bewonder haar dat ze deze keuze heeft gemaakt en zich niets aantrekt van wat de mensen misschien denken en ook soms zeggen". Ja ...

Frits Abrahams, die zijn column heeft op de achterkant van NRC-Handelsblad (en ik ben een enorme fan van hem); hij schreef afgelopen donderdag dat hij naar een uitvaart was geweest van een oude dame. Vijfenzeventig jaar was ze geworden. Ik lees het slot van zijn column voor:

"Tijdens de rouwplechtigheid in het gemeenschapshuis van het dorp vertelde haar zoon uitgebreid over haar leven. Hij was openhartig. Terwijl hij vertelde, zag ik achter hem een generatie van anonieme, ploeterende huisvrouwen in de jaren vijftig van de vorige eeuw opdoemen. Veel kansen hadden ze niet gehad, die waren er straks hopelijk voor de kinderen. Doorleren was er niet bij, er moest gewerkt en gebaard worden ... Fennie (dat was de naam van de vrouw in kwestie) was één van hen geweest, een mooie boerendochter uit een gezin van dertien kinderen. Ze was levenslustig en slim, maar ze trouwde te vroeg - toen ze nog pas negentien was ... Zeven kinderen kreeg ze in een huwelijk dat steeds slechter werd. Ze had nauwelijks meer tijd voor zichzelf, van enige ontplooiing van haar talenten kon geen sprake zijn ... Ze was vijfentwintig jaar getrouwd, toen ze zeker wist dat ze zó, met deze moeilijke man, niet meer verder wilde. Ze scheidde van hem en ging alleen met de kinderen verder. Riskant, maar: nooit bang zijn ... Achteraf noemde zij, kind van de oorlog, het haar 'tweede bevrijding'. Ze herademde. Haar levenslust kreeg weer een kans. Ze ging reizen en begon te lezen, tassen vol boeken uit de bibliotheek. Alles wilde ze weten, alles volgde ze. Plezier maken mocht ook weer. Na de begrafenis kwam een bejaarde vrouw afscheid nemen van de familie. Ze zou Fennie missen, zei ze, twintig jaar lang hadden ze samen op stijldansen gezeten ... Haar kinderen vonden na haar dood in een kast een briefje waarop ze met de hand had geschreven: "Wees in je leven voor ieder een warme zonneschijn, dan zal ook je eigen leven niet zonder stralen zijn." Ze moet die regels hebben gekoesterd omdat ze altijd op die manier had willen leven. Dat was haar gelukt, vonden haar kinderen, en daarom zetten zij op hun beurt het citaat boven de rouwbrief ... Als het leven je zo weinig sentimenteel heeft behandeld, heb je recht op zulke regels" - besluit Frits Abrahams zijn column ...

ja mensen ... een 'tweede bevrijding' was voor deze Fennie de scheiding van haar man geweest ... Zo kan het gaan ...

Voor de meeste mensen is het een vanzelfsprekend hoofd-doel in het leven: Samen-zijn. Denk aan Willeke Alberti. Ja, dénk aan Willeke Alberti, die kan er ook over méépraten geloof ik ... over hoe dat samen-zijn kan omslaan in een drama ... Ja, en wat moet je dan ...? Van hem/van haar af lijkt op een gegeven moment vaak de enige oplossing. Dus dan ben je weer alleen. Heerlijk ... Wat een bevrijding, wat een opluchting ... Weer helemaal je eigen spoor kunnen trekken ... Lekker gaan en staan waar je zelf wilt ... Totdat ... Ja, alleen is toch ook maar alléén ... Sommige mensen lopen in zo'n situatie pardoes tegen iemand aan ... Bij anderen gebeurt dat niet ... Die schrijven zich misschien in bij een relatie-bemíddelingsbureau. Of ze gaan surfen op het net ... Het verlángen kan sterk zijn ... De eenzaamheid en het gemis kunnen gróót zijn ... Misschien dat mensen zó, op die manier (via "het net" of zo'n bureau) wel iemand vinden. Zulke mensen ken ik wel. Dat gaat dan goed. Of het gaat minder goed. Of 't wordt opnieuw rampspoed en ellende. Dan begint 't circus weer opnieuw. De bel voor de nieuwe ronde. Enzovoort. Die meneer over wie mij gisteren verteld werd is dus een derde ronde ingegaan. En er zijn mensen, veelgeliefden, die laten 't daar niet bij. Hun leven lijkt op een gegeven moment wel een wieler-parcours, een vicieuze cirkel waar ze maar niet uitkomen. Het gaat steeds weer mis ... Als de vlinders in de buik zijn verdwenen komen de onweerswolken opzetten, de kleine en de grote irritaties. En op een gegeven is er de wolkbréuk ...

Veelgeliefden: Moet je het de mensen in kwestie nádragen? Moet je het ze verwijten? Ik denk: Ze kunnen meestal niet anders ... Ze snappen niet hoe 't werkt en hoe 't moet. Het kwartje valt niet. Ik denk: Wat meestal ontbreekt in zulke omstandigheden is een onvermogen om naar zichzelf te kijken en een onvermogen ook om zélf de dingen anders te gaan doen. Wat zou er nou gebeurd zijn als die lieve Fennie al die boeken was gaan lezen, op stijldansen was gegaan en was gaan reizen terwijl ze nog getrouwd was met "die moeilijke man"? Zeker. De rapen waren gaar geweest misschien. Of juist niet. Hij zou het haar misschien verweten hebben. Het huis was misschien te klein geweest. Letterlijk. Ja, misschien zou 't zo gegaan zijn ... Misschien ís 't wel zo gegaan. Maar misschien had 't ook wel anders kunnen gaan - na verloop van tijd ... Als Fennie gewoon lekker haar eigen gang was gegaan en was ópgebloeid ... dan was ze misschien een andere Fennie geworden ... óók voor haar moeilijke man. En wie weet wat er dan met hem gebeurd zou zijn, met zo'n bloeiende rozenstruik aan z'n zijde ... Wie weet ...

Ach ja mensen. Ik hóór U al protesteren: Ik heb natuurlijk makkelijk praten. Ik heb niet in Fénnie haar schoenen gestaan. Ja, dat is zo ... Dus begrijp me goed hoor: Alle respect voor haar. Geweldig dat ze nog zoveel van haar leven heeft weten te maken ... En toch denk ik: Mensen zijn te veel geneigd om anderen, hun partner bijvoorbeeld, te determineren als onveranderbaar "probleem". Hij/Zij zou ánders moeten zijn dan hij/zij feitelijk is ... Als ik dát hoor (en ik moet u zeggen: ik hoor het váák, zeer vaak), dan zeg ik altijd: Verander zelf maar! En dan zul je eens zíen wat er met die ander, met die "moeilijke man" of met die "moeilijke vrouw" gebeurt ... Mensen zijn geen "problemen". Mensen zijn mogelijkheden. Mensen zijn oneindige bronnen van mogelijkheden. Mensen kunnen vanalles wórden. Mensen kunnen groeien. Mensen kunnen gaan bloeien. En jíj kunt ze daar bij helpen ...

Gelóven in mensen. Geloven op de eerste plaats ook in jezelf. Want hoe zou je in andere mensen, laat staan in God kunnen geloven, als je niet eens in jezelf gelooft: "Laat de eununch niet zeggen", zo hoorden we in de eerste lezing vandaag, uit de profeet Jesaja, "laat de eununch" (dat is: een gecastreerde man), laat hij "niet zeggen: Ik ben maar een dorre boom." Nee, God ziet potentie in hem. De eununch die "keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond" (die er in blijft gelóven, in het leven, in zichzelf, in God, in de andere mensen): "hem geef ik een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is". En: "Wie waardig bevonden is (om) deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, huwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt" - zegt Jezus.

- Samen-zijn, trouwen ... ik denk: het kan heel vreugdevol en inspirerend zijn - als je houdt van degene met wie je bent en als je goed met elkaar weet om te gaan, maar ... hoe goed 't ook is ... het huwelijk of: de relatie, het samen-zijn met die ene bijzondere persoon ... het is niet het enige. En het is niet het einde. Het is niet de uiteindelijke werkelijkheid. Onze Lieve Heer heeft ons niet aan elkaar vastgekit. Nee mensen, zo is het niet. Een geliefde, een partner, mensen die je graag ziet ... we worden geroepen om ze uiteindelijk altijd lós te laten. En wie verstandig is, die begint daar al vroeg mee. Elkaar loslaten, juist in een relatie, in een huwelijk: het is de enige manier om op den duur goed verbonden te raken of te blijven. God roept ons allen, elk mens afzonderlijk, tot een andere, tot een ruimere, tot een diepere en tot een hogere werkelijkheid waarin het huwelijk niet meer bestaat. Dat wij veelgeliefden, in die werkelijkheid, waaraan wij in dit leven reeds door en in het gebed kunnen ráken; dat wij in die werkelijkheid meer en meer veránkerd mogen raken. Amen.