Denk, Heer, aan uw kerk verspreid over de hele wereld (2007)

Elke eucharistie biedt een wereldwijd zicht op het volk dat God bijeenbrengt uit alle naties, rassen en talen.  Wij bidden er voor heel het gelovige volk en voor allen die de Heer met een oprecht hart zoeken. 

Missiezondag is de hoogdag van de binnenkerkelijke solidariteit tussen alle bisdommen ter wereld, samen verantwoordelijk voor de verkondiging van het bevrijdend nieuws van Jezus.

In ons land kijkt Missio met de campagne Made in China naar medechristenen in China.  Deze drie woorden staan op de vele producten, die daar worden vervaardigd en overal terecht komen.  Zij wijzen op de steeds aanzienlijker plaats van China in de wereld.  De derde macht van onze planeet!

De christenen in China hebben een zware tijd achter zich.  Alle godsdiensten hadden het onder Mao Zedong, zeker tijdens de culturele revolutie, heel moeilijk.  Godsdienstvrijheid is nog steeds zeer beperkt.  Op gebied van de mensenrechten staat China niet op de eerste plaats.  Om economische belangen durven weinig politici uit het Westen dit zeggen.  Volgend jaar zal de hoofdstad Beijing met de Olympische spelen voortdurend op het scherm aanwezig zijn.

In mei van dit jaar richtte paus Benedictus een lange belangrijke brief naar de katholieken in China.  Onderling zijn er immers grote spanningen.  Een deel staat onder de controle van de patriottische vereniging, terwijl een ander deel geen officiële erkenning heeft en als ondergronds betiteld wordt.  

Vanuit ons land legt het Ferdinand Verbiest instituut contacten met China.  De Vlaamse scheutist Jeroom Heyndrickx, tot voor kort directeur van dit instituut, is een specialist terzake.  Hij onderhoudt al jarenlang een dialoog met China, al verloopt deze naar het model van de processie van Echternach.  Hij weet en voelt wanneer de wind meezit of tegenzit.  "Onze dialoog gaat verder, zo schrijft hij, zonder dat wij of zij ook maar iets prijs geven van onze wederzijdse overtuigingen.  Wij betalen er wel de prijs voor."  Toch hoopt pater Jeroom met diezelfde communistische autoriteiten weldra weer aan tafel te zitten en met hen te praten over "hoe het zou moeten zijn."  Al 25 jaar laat hij zich door de stelregel leiden: "Geef aan God en aan Caesar wat ieder van hen toekomt!" 

Voor het parochieblad van zijn geboortedorp Haasdonk schreef hij over zijn jongste ervaringen.  In de maand september kreeg hij geen visum voor China, al is hij er al zo dikwijls geweest, ondermeer om cursus te geven aan het seminarie in Shanghai.  Wellicht was een standpunt van hem in recente publicaties of een aanklacht tegen een arrestatie van een priester of bisschop de partij onaangenaam.  

Hij heeft de vrijgekomen tijd dan benut voor contacten in Taipei.  Hij was er terwijl Tyfoon Krosa het eiland op stelten zette.  "Schrikkelijk harde wind met hevige regen.  Er is tyfoon alarm: geen school, geen bureel of fabriekwerk.  Iedereen wordt aangeraden thuis te blijven.  Krosa heeft een doorsnee van 500 km, brengt winden van 190 km per uur en hevige regen. 

Gisteren, toen de tyfoon zich al aanmeldde en ik van het bureel naar huis ging met mijn laptopcomputer in de hand, besloot ik, in de hevige regen en wind, in plaats van met de bus te komen zoals gewoonlijk een klein geel taxi-ken te nemen die hier met honderden rondrijden.  Zoals vaak gebeurt, toonde de chauffeur zich erg geïnteresseerd aan die buitenlandse passagier die toch vlot Chinees sprak.  Hij kon zijn oren niet geloven toen ik hem zei dat het op deze 31 oktober juist vijftig jaar geleden zal zijn dat ik in Taiwan aankwam.  Toen hij daarbij vernam dat ik priester was, begon hij in een lange monoloog zijn bewondering voor het werk van de missionarissen uit te leggen.  "Wat gij hier brengt bij ons dat is de echte liefde". zei hij.  De man ging zo maar voort, blijkbaar met volle overtuiging.  Ik dacht heel die tijd dat hij het wellicht deed om vriendelijk te zijn tegenover mij.  Het Boeddhabeeld en de godin Kuanyin vooraan in de wagen maakten me duidelijk dat hij een vurige boeddhist was.  Maar hij ging maar door.  "Ik heb die liefde als klein kind persoonlijk ondervonden, zei hij, toen wij arm waren en hulp vonden bij de Katholieke Kerk."  Toen ik uitstapte, toonde hij dat hij elk woord van wat hij zei meende.  Hij weigerde resoluut dat ik zou betalen.  Hoe ik ook aandrong, hij wilde niets aanvaarden.  "Het is een grote eer voor mij dat ge met mijn wagen meereed en dat ik de kans heb eens iets terug te doen in dank voor de liefde die wij van U ondervonden", zei de man.  Toch wel hartversterkend.  Het is niet de eerste keer dat ik zoiets ervaar!  Het toont dat evangelisatie veel verder reikt dan het aantal mensen dat gedoopt wordt. 

Eigenlijk moet ik de communisten nog bedanken dat ze me niet binnen lieten in China zodat ik hier onverwacht extra tijd kreeg in Taipei.  Er is zoveel te regelen in de dagelijkse planning met ons team van Chinese leken en de directrice Mevr. Luo Youmei.  We hebben het over de planning van vormingssessies in China in samenwerking met een Pastoraal Instituut dat we daar hielpen oprichten.  We plannen trouwens in een ander Chinees bisdom mee te helpen aan de bouw van een groot pastoraal center voor pastorale vorming van religieuzen en leken uit drie bisdommen. 

En met dat alles kan ik nu eindelijk af en toe weer eens gaan zwemmen, mijn geliefde sport waar ik zoveel deugd aan beleef.  In België kom ik daar nooit toe.  Hier wel.  Ook in het zwembad, vooral tijdens de oefening in de gym die bij het zwembad behoort, hebben we gewoonlijk veel gesprekken.  Ze kennen me daar. "Han Deli, de pater uit België is terug!" riepen ze toen ik binnen stapte.  "Waar zijt gij zolang geweest?". Het zijn allemaal volkse werkmensen die daar aan sport komen doen.  Zij spreken een zeer directe taal.  De jonge gespierde gewichtheffer Li liet zijn zware gewichten achter en kwam recht op mij af toen ik juist begon te fietsen.  "Ik zal eens herhalen wat gij me verleden keer op mijn vraag hebt uitgelegd" zei Li.  Hij herhaalde luidop dat iedereen het hoorde: "God is onze Vader.  Ge ziet Hem niet.  Maar Hij is overal en Hij zorgt voor ons."  En Li stak zijn gespierde arm uit naar de drie dames die vlak bij op het loopmachine marcheerden en zei: "Ja, dat heeft de pater mij verleden keer gezegd; en ik ben nu wel Boeddhist en zal nooit katholiek worden,  maar wat hij me zei dat geloof ik ook allemaal."  Een van de drie dames zei dat ze dat ook geloofde.  Zo ging het gesprek daarover een tijdje door, terwijl we liepen en onze oefeningen deden. 

Toen ik een half uur nadien aan mijn zwemoefening begon, hadden we daar al heel wat 'geloofsbelijdenissen' gehoord van mensen die wel nooit zullen gedoopt worden: Boeddhisten en zogenaamde "ongelovigen".  Zo spreken we hier in dit niet-christen land misschien met meer vrijheid en spontaneïteit over ons geloof dan we dit in ons eigen Vlaanderen durven doen.  En het bevestigt wat ik al lang beweer: "Er zijn in China veel meer gelovigen dan gedoopten."

 Dit getuigenis van pater Jeroom Heyndrickx kan nuttig zijn voor issiezondag 2007.