Volharden in het smeken (2010)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 121 niet laden

 

* Meer dan alle evangelisten heeft Paulus het thema bespeeld van de volharding: volharden in het lijden, in het geloof, in de verkondiging, in het gebed: "Verkondig het woord, dring aan te pas en te onpas, weerleg, berisp, bemoedig... geef onderricht met groot geduld" (2 Tim 4,2 - tweede lezing).  "Wees blijde in de hoop, standvastig in de verdrukking en volhardend in het gebed" (Rom 12,12)...

* Dit accent is ook bij Lucas, de leerling van Paulus, sterk aanwezig. Van de evangelisten is hij de enige die voor ons twee parabels van Jezus over de volharding in het smeken heeft bewaard:

 

1. De parabel van de weduwe bij de ongure rechter en die van de lastige vriend in de nacht.

 

- Daarnet hoorden we de gelijkenis van die weduwe (Lc 18,2-8), ingegeven door het wijsheidsboek Jesus Sirach (35,13-24), waarin we lezen dat God onverwacht de kreet van de weduwe verhoort. Die vrouw kon best een jonge weduwe zijn.  De vroege huwelijksleeftijd had tot gevolg dat er toen  wat jonge weduwen waren. Het ging ongetwijfeld om een deel van de erfenis die haar onthouden werd. Ze is arm en kan de rechter niet uitkopen. Taai volhouden is haar enig wapen. De rechter is op de duur haar eeuwig gezeur moe, wil met rust gelaten worden en geeft toe. - De Anglicaanse oriëntalist Henry Baker Tristram vertelde ruim een eeuw geleden hoe hij in het gerechtshof van Nisibis (Mesopotamië) de kadi zag zetelen half begraven in de kussens en door secretarissen omringd. Voor hem verdrong zich het volk. Iedereen eiste voorrang voor zijn eigen rechtszaak. Wie poen in de handen van de secretarissen stopte werd prompt geholpen. Achteraan stond een arme vrouw, die elke dag terug kwam omdat ze belasting moest betalen hoewel haar enige zoon voor militaire dienst was opgeroepen. Ze werd steeds weer tot de orde geroepen daar ze onafgebroken met luid geschreeuw de rechtsgang verstoorde. "Dat zal ik blijven doen tot de kadi mij aanhoort"  riep ze. Bij het einde van de zitting gaf de kadi nu haar het woord. Haar volharding werd beloond.

- Typisch voor Lucas is er afwisseling tussen man en vrouw. In die andere parabel (Lc 11,5-8) gaat het om een man, die zijn ene vriend in de nacht wakker maakt om drie broden te lenen voor een andere vriend die onverwacht op bezoek is. Gastvrijheid is in het Morgenland eerste plicht. Er zijn op de buiten geen winkels. De huisvrouw bakt voor zonsopgang de nodige broodkoeken voor haar gezin.  Hij weet dat er nog voorraad is bij de buurman, die al vroeg is gaan slapen: "De deur is al op slot". Een balk of zware staaf steekt door ijzeren ringen op de deurvleugels. Die balk losmaken geeft lawaai zodat in die kleine woning heel het gezin uit de slaap wordt verstoord. Eerst weigert hij  daarom open te doen. Maar om het onbescheiden aandringen van zijn vriend doet hij het toch, en hij geeft hem wat nodig is. Ook die man haalt zijn slag thuis dank zij zijn niet aflatend gesmeek.

* Rechter en buurman zijn telkens het beeld van God, die uiteindelijk geeft wat we nodig hebben.

 

2. Die volharding in het gebed zegt iets over onszelf en iets over God:

 

- Jezus heeft ons aangemoedigd om te smeken. Vandaag zegt Hij tot zijn leerlingen dat ze steeds moeten bidden en daarin niet versagen. Het smeekgebed is niet uit den boze: "Vraag en u zal gegeven worden; zoek en gij zult vinden; klop en u zal worden opengedaan. Want al wie vraagt verkrijgt; wie zoekt vindt; en voor wie klopt doet men open" (Lc 11,9-10). En toch laat God vaak eerst op zich wachten. We hebben de indruk dat Hij slaapt en niet luistert. Hij geeft ons tijd. Door steeds aan te dringen leren we onszelf kennen. Wat vragen wij feitelijk ? Prijs in de loterij ? Weelde en rijkdom ? Roem en genieting ? Vragen wij wat we echt nodig hebben in het perspectief van Gods heilsplan met ons ? Hoe is onze smeking gemotiveerd ? We mogen verlangens koesteren en uitspreken indien de Geest ze mag uitzuiveren. Daarom zei Jezus: "... hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen" (Lc 11,13). Een echo van wat Paulus schreef:  "Evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp, want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden..." (Rom 8,26). Als de Geest in ons bidt kunnen we smeken in Jezus' Naam.  Dan is de adem die Hij in ons hoort zijn eigen adem. Die eenheid met Hem bevestigt onze trouw en maakt ons aandringen sereen. Echt smeken vergt de bekering van ons hart. Maar dat is juist geloven. Vandaar de slotvraag: "Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden ?"

- Dit volhardend smeken zegt ons ook iets over God. Als God voor ons een Vader is, als God de Bruidegom is van zijn volk, dan wil Hij een samenspel met ons. Dan wil Hij echt met ons leven, en geeft Hij tekenen. Zijn persoonlijke liefdedialoog betekent dat Hij ook onze vragen op prijs stelt en beluistert zoals Hij ook ons handelen wil zien. Hij levert ons niet uit aan een noodlot. Wij nemen God niet genoeg 'au sérieux'. Er leeft vandaag een argwaan tegenover een God, die wij zouden  bewegen, of tegenover een God die ingrijpt in het leven. Hij is inderdaad geen goedkope ja-automaat, maar Hij is met ons bezig. Bij Hem gaat het om redding in haar diepste betekenis. De menswording was het ingrijpen van God bij uitstek over alle blinde automatisme van de schepping heen. Ze kwam na eeuwen verzuchting van Israëls vromen naar de Messias. Het heeft vandaag uitermate veel zin met volharding te bidden voor onze zieke samenleving, voor de Kerk in crisis, en ook voor onze persoonlijke noden voor zover ze voor ons en voor anderen echt heil en zegen zijn.