28e zondag door het jaar C - 2004

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 131 niet laden
10 melaatsen.
10 melaatsen worden door Jezus genezen.
1 komt terug.
1 komt terug om te danken…
Een vreemdeling dan nog.
Vreemd…
Waar zijn de negen anderen?
Over hen wordt niets meer verteld. Het evangelie zwijgt erover. Het spreekt niet over een of andere straf die ze voor hun ondankbaarheid zouden hebben kunnen oplopen.
Daar kunnen wij alleen maar blij om zijn.
Want de kans dat wij tot die negen behoren is veel groter dan dat wij die ene zouden zijn, toch?

Wat is er al niet dat ons gegeven is?
Het feit dat we leven.
Het feit dat we leven met mensen om ons heen die ons beminnen, die van ons houden, ons gaarne zien.
Het feit dat we bij mensen mogen zijn zoals we zijn. Met al wat ons bezighoudt.
Dat wij ons verdriet mogen tonen. Dat wij onze woede mogen uitspreken,
Dat we mogen zwijgen, als we geen woorden vinden die vertellen wie we zijn.
Wanneer zeiden we laatst: “dank u wel?”

Wat is er al niet dat ons gegeven is?
Dat we een dak boven ons hoofd hebben,
Dat mensen voor ons in de bres springen, dat mensen ons ziek zijn helpen dragen, onze angst in vertrouwen proberen te keren, ijveren voor solidariteit, voor een betere verdeling van middelen die helpen het leven zonnig te zien.
Wanneer zeiden we laatst: “dank u wel?”

Wat is er al niet dat ons gegeven is?
Dat onze God, geen verre God wil zijn, maar mensen heel nabij.
Dat hij in de vriendelijkheid van de ander naar ons lacht,
Dat hij onze pijn met ons draagt, dat hij met ons meegaat, doorheen de donkerste nachten, tot ergens ooit het licht weer gloort en hij ook daar ons niet alleen laat…
Wanneer zeiden we laatst: “dank U wel?”

Dankbaarheid is geen plicht.
Ze staat in geen enkel gebod.
Ze zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Maar ze is het niet.
En toch is dankbaarheid de humus waarin het geloof kan aarden.

Dankbaarheid.
Maar iemand zegt:
“Hoe kan ik dankbaar zijn, met de tegenslag die ik te verwerken kreeg.
Hoe kan ik geloven in de goedheid van God, met de pijn die ik te verduren heb, met de leegte waar ik mee geconfronteerd word, met de angst van er niet te komen, als armoede loert, en de zorg te duur wordt, en ik wakker lig, door onrust uit de slaap gehouden.”
Spreken van Gods goedheid is mooi,
Het is vaak ongepast, en geloof is moeilijk…
Ook hier goede mensen, leert het evangelie veel.
Naast dankbaarheid leidt ook het smeken naar God, het roepen, het niet aflatend bidden.
Want ook al lijkt God te zwijgen, Hij luistert dan toch…

Geloven en danken, gaan hand in hand.
Geloven en smeken evenzeer.
En ook, alleen wie durft te danken, durft ook te vragen. En wie nood heeft, zal vragen tot hij danken kan.
Want smeken en danken, alletwee, brengen eer aan God.

10 melaatsen.
10 melaatsen worden door Jezus genezen.
1 komt terug.
1 komt terug om te danken…
Een vreemdeling dan nog.

Het zou u kunnen zijn,
Of ik…
Amen.