Dank je wel zeggen maakt het leven mooi (2010)


In een programma van de K.R.O. over vitale ouderen kwam zuster Josefta, lid van de zusters van Liefde uit Tilburg, in de kijker. Zij had vroeger in de verpleging gewerkt. Dat waren vaak achtenveertig werkuren per week zonder allerlei hulpmiddelen. Daarna had zij nog tot een leeftijd van ver in de tachtig diensten als medewerkster van de pastorale dienst mensen bezocht en de communie gebracht. Sinds een jaar woonde zij in een kloosterbejaardenoord in Tilburg. Ook hier was ze nog zeer actief met het helpen van medezusters en probeerde bij te blijven door een regelmatig bezoek aan het internetcafé. Je zou denken dat ze zou zeggen dat het vroeger allemaal beter was en dat ze van het huidige personeel vond dat die het veel gemakkelijker hadden dan zij vroeger. Maar dat was niet het geval. Zij prees het huidige personeel dat zij zo attent en zorgzaam waren. Dat zal aangenaam geklonken hebben in de oren van de medewerksters van het verzorgingshuis "Mater Misericordiae" waar nog 240 zusters woonde aan de Oude Dijk en ook veel goodwill bij hun kweken. Welvaart maakt vaak mensen ontevreden en ze eisen steeds meer van de ander. Het besef dat je met 'dank je wel' zeggen een mooiere leefsfeer schept, is iets dat we ook terug vinden in het evangelie. Dankbaarheid brengt ons ook dichter bij God.

Jezus heeft ervaren dat een mens iets wezenlijks mist, wanneer men geen dankbaarheid toont en geen dankbaarheid ontvangt. Veel mensen die ziek zijn gaat het er om dat ze weer beter worden. Als dat bereikt is, is de genezer verdwenen, en ziet hij de betreffende mens vaak niet meer terug. Het is opmerkelijk dat mensen van wie je het niet verwacht bijzonder attent kunnen zijn, terwijl anderen van wie je het wel verwacht het laten afweten. Zo ook de melaatse Samaritaan die wel terugkeerde om Jezus te bedanken. De andere genezen mensen van Joodse afkomst leken beter, maar in de praktijk werd duidelijk dat de genezen Samaritaan meer gevoel had voor ontvangen goedheid. Jezus stond niet zelf op een bedankje te wachten, maar Hij vond het fijn samen met de Samaritaan God daarvoor te danken. Want hij was zich er van bewust dat heel zijn leven gedragen werd door God, die Hem ook de gave van genezing geschonken had. Jezus koppelt het geloof van de Samaritaan aan het geloof in God, die Jezus gebruikte als instrument om zijn liefde en genezende kracht zichtbaar te maken. Het woord van Jezus "Sta op en ga heen, uw geloof heeft u gered" houdt een opdracht en bevestiging in. De opdracht is dat hij deze genezing niet voor zichzelf moet houden, maar overal mag vertellen aan de mensen. De bevestiging is dat deze mens door zijn geloof in God uitstijgt boven het levensniveau van de andere mensen die genezen zijn.

In onze maatschappij ervaren wij dat dankbaarheid een vergeten begrip is. Door te betalen krijg je recht op allerlei vormen van dienstverlening. Wanneer ik in een restaurant eet en de rekening betaal hoef ik daar niet dankbaar voor te zijn. En toch merk je hoe goed het mensen doet wanneer je hun bedankt. Het kost niets. En er zijn zo veel dingen die mensen voor ons doen waar geen geld aan te pas komt en waar een bedankje zoveel goedwil kweekt. Wat vrijwilligers voor parochies doen is niet te betalen. Wie van ons is niet gevoelig voor en bedankje bij een dienst die men heeft verleend. Iemand bedanken zegt ook veel over onszelf. We laten horen dat wij die ander nodig hebben. De band die Jezus legt tussen de mens en God is het geloof. Er zijn zo vele dingen die niet vanzelfsprekend zijn en waar we God voor mogen bedanken: de wereld waarin we leven, het voedsel dat wij ontvangen, de gezondheid die wij mogen hebben, het geluk van medemensen die voorspoed ervaren. Dankbaarheid geeft diepte aan ons geloof omdat wij vooral zien wat wij hebben en niet zozeer wat wij missen. Mensen die zo geloven stralen levensvreugde uit. Dank je wel zeggen is van levensbelang voor jezelf, voor ander en voor God.