Gods alomvattende, onvoorwaardelijke liefde ervaren.

24e zondag doorheen het jaar         Cyclus C        2013                1 tim 1, 12-17 

lucas 15, 1-10 (kf)


Gods alomvattende, onvoorwaardelijke liefde ervaren.


Beste vrienden,


Soms hoor ik wel eens zeggen: „het is toch wel raar dat sommige evangelieteksten door de predikanten soms toch zo verschillend worden geïnterpreteerd.  En daarmee hebben ze ook gelijk. Volgens de ene kunt ge bijna niet in de hemel geraken zonder eerst een heleboel religieuze prestaties te hebben verricht en de geboden en de regels van de Kerk penibel te hebben gevolgd.  De andere spreekt voortdurend van de erbarmende liefde van God, die zich over alles en iedereen ontfermt, die ook de grootste zondaar vergeeft en die zelfs elke ongelovige de weg naar de hemel wijst. En een derde? Die probeert die beide standpunten in één enkele preek te verenigen – zonder daarbij het onlogische en de tegenspraak in zijn uiteenzetting op te merken.  Je zou kunnen denken dat de interpretatie van de woorden uit de Bijbel gewoon afhankelijk is van de mentaliteit van de predikant. Er zou eigenlijk een soort sleutel moeten bestaan, een soort van norm of maatstaf die een juiste interpretatie zou garanderen. Maar waar haal je zo een maatstaf vandaan? Wij hebben die tenslotte bij onze wijding ook niet, als een soort inenting, meegekregen. En alleen maar vlijtig in de Bijbel lezen lost dit probleem ook niet op.

Met nauwkeurig bestuderen van de tekst en met logisch denken komt ge al wat verder, maar om de juiste kern van de boodschap te vinden ga je best ook te rade bij de  resultaten van het hedendaagse bijbelonderzoek en de tekstanalyses.       

Dat geldt natuurlijk ook voor de parabels die we vandaag hebben gehoord.  Hier vertelt Jezus van een herder die één enkel van zijn honderd schapen heeft verloren en van het grote feest dat hij geeft wanneer hij het heeft teruggevonden.  De tweede parabel spreekt ons van een zilveren munt, die door een vrouw, waarschijnlijk uit haar bruidsschat, werd verloren, en van al de moeite die ze doet om die munt terug te vinden en dan met al haar vriendinnen feest te vieren.  En we kennen natuurlijk ook de parabel van de verloren zoon ( of van de barmhartige vader), die deze trilogie volledig maakt, maar hier vandaag omwille van de lengte werd weggelaten.  Op het eerste gezicht lijken deze drie parabels allemaal op elkaar. En toch zijn ze totaal verschillend.  Kijken we eerst even naar de parabel van de barmhartige vader: daar gaat de eerste zoon verloren omdat hij zijn vrijheid wil en zich moedwillig van zijn vader losmaakt. De tweede zoon gaat verloren omdat hij jaloers is, zijn vader niet begrijpt en het zijn broer niet gunt dat hij terug in de familie wordt opgenomen en dan ook nog een feest krijgt.   Het schaap gaat verloren omdat het niet heeft opgelet en zich zonder na te denken van de kudde heeft verwijderd. De munt tenslotte, die gaat per ongeluk verloren, misschien gewoon toevallig.  Door al die verschillende oorzaken kunnen we geen “moraal van het verhaal” definiëren. Het gaat immers niet om het schuldige gedrag van zonen, schapen of munten, maar alleen om het “terugvinden” – dat is het enige wat de drie parabels echt gemeenschappelijk hebben.  Vader, herder en vrouw gelijken op elkaar, geen van hen heeft nog rust tot ze hebben teruggevonden wat verloren was. Maar dan is de vreugde zo groot dat ze hun geluk met vele anderen moeten delen.  Jezus laat er helemaal geen twijfel over bestaan over wie het in deze parabels gaat: het is God zelf die geen rust kent tot Hij al diegenen die zich van zijn liefde hebben verwijderd, terug in zijn armen kan sluiten.  Daar is geen moraliserende les te horen, geen woord van afkeur of verwijt – enkel vreugde om het terugvinden van wat verloren was – of zeggen we maar gerust – om de zondaars die de weg terug hebben gevonden

Ook hier komt de sleutel voor het verklaren van de Bijbel weer tot uitdrukking: de oneindige, onverbrekelijke en onvoorwaardelijke liefde van God voor ons mensen.  Ik vermoed dat veel theologen, en ook leken, die liefde van God niet helemaal kunnen of willen begrijpen. Het gaat niet in hun hoofd dat God van ons geen bewijs van goed gedrag en zeden eist en dat het Hem niet in de eerste plaats op prestaties en zeker niet op pilaarbijterij aankomt.  Dat zijn eerder maatstaven en gedragsregels die door ons aan anderen worden opgelegd.  Laten we eerlijk zijn: Wij hebben toch allemaal de neiging om onze genegenheid vooral te reserveren voor die mensen die zich gedragen zoals wij dat zouden willen.   Maar onvoorwaardelijke liefde, die geven wij toch maar heel zelden. En waarom? Omdat we waarschijnlijk allemaal een beetje egoïstisch zijn ingesteld en omdat we zo’n echt  onvoorwaardelijke liefde zelf ook zelden hebben ervaren.  Zelfs als dat laatste zou kloppen, en we weten toch allemaal hoeveel kinderen er in onze tijd in gevoelsarmoede opgroeien, dan ben ik er toch vast van overtuigd dat zelfs de mensen met de slechtste ervaringen op dit gebied zich in hun binnenste wel kunnen voorstellen hoe een liefdevolle vader of een onbaatzuchtig liefhebbende moeder zouden kunnen zijn.   En kijken we toch even naar het zogenaamde „uitschot van de maatschappij“ van Jezus‘ tijd. Kijken we naar de uitgestotenen en de liefdeloos behandelden – zij worden door Jezus‘ en zijn boodschap in gelijkenissen aangesproken, ze voelen zich innerlijk bevrijd en krijgen een nieuwe kijk op het leven.  Juist omdat ze nooit die onvoorwaardelijke liefde hebben mogen ervaren, kunnen ze door Jezus‘ boodschap mee delen en herademen in de liefde van God.   Wie echt heeft begrepen hoe God is en hoe Hij handelt, zal aan een nieuw leven beginnen. Hij of zij zal Gods liefde niet langer met de voeten treden en zondigen onder het motto: „als dat zo is, dan kan ik doen en laten wat ik wil, want God houdt toch van mij en Hij vergeeft me toch altijd.”   Neen, in tegendeel, hij zal dankbaar en blij, in de Geest van de Liefde dus, alles doen wat in Gods zin is, omdat ware liefde alleen maar met liefde kan worden beantwoord.  Maar de rechtvaardigen, diegenen die altijd trouw waren aan de wet en die zich hebben aangepast, die hadden het daar niet alleen toen, maar waarschijnlijk ook vandaag nog, moeilijk mee. Waarom?  Omdat zij alleen maar in hun eigen gerechtigheid geloven en door het in hen gegroeide wantrouwen de liefde van God niet meer kunnen vertrouwen.

Die liefdevolle God van ons, die kan waarschijnlijk alleen maar worden begrepen door mensen die de liefde, misschien onvolkomen en aarzelend, maar die die liefde in hun eigen leven reeds hebben beleefd en gevoeld. Amen.