De tijd is rijp!!

Beste vrienden,

De donkere dagen van de winter liggen nu definitief achter ons en carnaval heeft hier en daar op zijn dolle manier de komende lente al in het vooruitzicht gesteld. Aswoensdag, en nu vandaag ook het wat kort uitgevallen bekoringsevangelie van Marcus, zetten ons terug met beide voeten op de grond.  Buiten de wilde dieren die Jezus gezelschap houden is er in het evangelie van vandaag nog een zinnetje dat me intrigeert: Wat wil Marcus ons zeggen wanneer hij Jezus laat zeggen: „De tijd is rijp en het koninkrijk van God is op handen!“  Dat is toch de aankondiging dat die blijde boodschap van Gods evangelie nu, met en door Hem, werkelijkheid zal worden.

Dat tijdstip, die “Kairos” waar zoveel mensen verlangend naar uitkeken, is nu aangebroken. In tegenstelling tot de “Chronos”, de steeds voortschrijdende en meetbare tijd, betekent „Kairos“ een welbepaald moment, een door God vastgesteld tijdstip, waar het werkelijk op aan komt. De tijd is werkelijk rijp!    

Onlangs las ik een gedicht van de Poolse schrijfster Wislawa Szymborska waarin deze op een zeer originele manier, in een sympathiek mengsel van humor en ernst, die zelfde boodschap van de rijpe tijd uitdrukt. Het gedicht is getiteld: “Leven in een handomdraai”.

Wat bedoelt ze daarmee? Dat het leven in een handomdraai lukt? Dat het een simpel spelletje is?   Szimborska vergelijkt het leven met een toneelstuk. Dat maakt de zaak er niet eenvoudiger op maar eerder veeleisend. Het laat ons verstaan dat het leven moet begrepen worden als een “toneelopvoering zonder ook maar één enkele repetitie.”  De eerste verzen luiden als volgt:  

„Leven in een handomdraai. Opvoering zonder repetitie. Lichaam zonder garantie… Ik ken de rol die ik speel niet, maar weet zeker dat het mijn rol is. Waar het stuk over gaat zal ik pas op het toneel kunnen raden. Slecht uitgerust voor de roem van het leven, verdraag ik het mij opgelegde tempo van handelen met veel moeite. Ik improviseer… en struikel bij bijna elke stap.”

Voor zover de inleiding van het gedicht. Een beeld voor ons eigen leven: Van de eerste dag af staan we op het toneel van ons bestaan. Er is geen repetitie. Alle dagen en handelingen voegen zich tot ons leven aaneen. De rol die we moeten spelen kennen we amper. We zien de zin er niet van en kunnen ook het doel niet waarnemen. We weten alleen dat het onze rol is, onze opdracht en onze kans die we niet kunnen delegeren. Soms loopt het spel zeer intensief en snel en vraagt het veel inzet en kracht. Het ons opgedwongen tempo kunnen we amper aan, we moeten improviseren en zullen struikelen…  

Het gedicht gaat verder: “De woorden en gebaren kunnen niet teruggenomen worden… hadden we tenminste een woensdag kunnen oefenen .. of een donderdag repeteren! Maar daar is de vrijdag al met een nieuw en vreemd scenario! Kan dat zomaar, vraag ik me af?

Maar geen twijfel, het is première, en wat ik ook doe, het wordt onmiddellijk omgezet in wat ik deed.“

Met fijne zelfironie en met een vriendelijke knipoog voert dit gedicht van Szymborska ons de veeleisendheid van de tijd en de ernst van het leven voor ogen. Want onze woorden en gebaren kunnen we niet terugnemen en heel ons handelen is definitief en onomkeerbaar…!     

De tijd is rijp! Wat wij doen of laten is niet om het even! We kennen toch allemaal de parabel van het laatste oordeel uit Mattheus. Stel u voor dat Jezus zou gezegd hebben: “Er was een man die honger had, en jullie hebben hem te eten gegeven. Dat was heel vriendelijk van jullie, maar het had niet gehoeven. En dan was er die andere hongerige man, die jullie niet te eten hebben gegeven. Dat was niet erg hoor. Als hij honger heeft, wat zou het? Ik zie jullie toch nog graag. Wat jullie doen, of niet doen, is om het even: spons erover!“  

Maar dat is niet de taal en ook niet de stijl van Jezus. Want omdat zijn evangelie toch vooral als goede boodschap voor de armen en de weerlozen is bedoeld, spreekt Hij van gerechtigheid. Wie de ogen sluit voor zijn sociale verantwoordelijkheid kan het levensdoel, dat God voor hem heeft voorzien, helemaal voorbijschieten. Dat we vandaag niet meer in die vreselijke angst voor het laatste oordeel moeten leven zoals de vorige generaties is goed en ook bevrijdend. Maar het heil zelf, en dat moeten we duidelijk zeggen, is ook geen goedkope vanzelfsprekendheid.    Het is niet om het even welke keuzes we maken. Want we moeten er niet aan twijfelen: het is en blijft première. Wat we ook doen, het zal deel uitmaken van ons levensverhaal. De tijd is rijp, het rijk Gods is nabij – ja, God is ons in de persoon van Jezus Christus zeer nabij gekomen. Door Hem en met onze blik op Hem gericht weten wij wat ons te doen staat.  

Jezus gaat op een andere, een nieuwe, manier om met de uitgestotenen en de melaatsen, met wie zich schuldig heeft gemaakt en wie verarmd is. Hij spreekt hen toe en reikt hen aan wat Hij zelf uit Gods overvloed heeft meegebracht: Leven, heil en genezing. En dat niet omwille van hun eigen verdienste, maar vanuit Zijn eigen zorg en bekommernis om hen.  “De tijd is rijp, keer om!“ is dan ook een bemoediging om Gods uitnodiging aan te nemen. Om diegene te kunnen ontmoeten die voor ons en omwille van het heil van alle mensen onze broer en verlosser is geworden: Jezus Christus.   

Wanneer Jezus naar de woestijn gaat om zijn eigen persoonlijke vastentijd door te maken, dan is dat voor hem ook een tijd van bevestiging en krachten opdoen voor al datgene wat Hij voor de mensen wil zijn en wat Hij hen wil geven: Leven vanuit de zekerheid van de blijde boodschap dat Gods JA voor alle mensen geldt, zelfs wanneer wij ons door zonde of zelfs door duivelse boosheid daar tegen verzetten. Na zijn woestijn- en vastentijd geeft Jezus ons de richting aan en maakt ons duidelijk: Het geloof, dat we steeds weer opnieuw moeten leven, leidt naar Pasen, naar de verrijzenis, maar alleen via deze wereld! Zijn weg laat de voorwaarden van deze wereld niet links liggen maar voert ons er midden in. Hij verschoont ons niet van breuken en twijfels in ons eigen persoonlijke leven, maar hij geeft ons ook engelen mee om ons te begeleiden en ons te helpen de gevaren te boven te komen.    

Jezus keert uit de woestijn terug naar de mensen, want Hij will voor hen heil en genezing zijn. En op die weg neemt hij allen mee die Hem hun vertrouwen schenken en die zich telkens weer op dat leertraject van vertrouwen willen begeven. Steeds volgens de oude vastentraditie: biddend in verbondenheid met God; door het loslaten van dingen die ons hoofd en ons hart zo zeer in beslag nemen, dat we van louter zorg om onszelf de nood aan hulp en nabijheid van de anderen niet meer waarnemen. Door solidair te delen, door een luisterend oor en een genegen hart. We moeten ons mandaat als christenmens zelf opnemen, want we kunnen dat niet delegeren. We kunnen dat mandaat ook niet op proef opnemen of het in het grote theater van ons leven niet vooraf instuderen. Neen, er is geen repetitie en ook geen voorlopige test – want Christus heeft geen handen, Hij heeft alleen onze handen

Moge de voor ons liggende vastentijd ons in die weg sterken en laten we die tijd ertoe benutten  om ons vertrouwen in Gods goedheid terug te bevestigen. Amen  .