Waar komt het op aan?

Leer ons onze dagen naar waarde te schatten om zo te komen tot wijsheid van hart.” Dit kort mooi gebed komt uit psalm 90.

Psalm 90 is deze zondag in de herfst de tussenzang die volgt op de lezing genomen uit het boek Wijsheid. Deze psalm is een reflectie op het verloop de jaren en het vorderen in leeftijd. Al jongleert de bijbel soms met hoge levensjaren en laat ze Mathusalem 969 jaar worden (Gen. 5,25-27) en Mozes 120 jaar (Deut. 34,7), dan is de psalmist meer realist wanneer hij beweert dat de maat van ons leven zeventig jaar is en als we heel sterk zijn tachtig en dat het meeste ervan kwelling is en zorg.

Sindsdien is de levensverwachting en de levenskwaliteit toegenomen en ze nemen verder toe. Honderdjarigen zijn geen uitzondering. In augustus 2021 vierden we in de Zustergemeenschap Caritas in Melle de 105 jaar van Zuster Maria Jozefa, die elke dag present is in de eucharistie.

Leer ons onze dagen naar waarde te schatten om zo te komen tot wijsheid van hart.” De dagen zijn deze die achter ons liggen en deze die wellicht nog voor ons liggen. Het gaat vooral over de dag van heden. Het is een opgave om volop in het heden te leven.

We dragen het verleden mee, dat wij voortdurend kunnen herlezen en wij kijken naar de dag van morgen, die we zelf niet helemaal in handen hebben. We hebben enkel het heden en we moeten het niet verzwaren met de kwetsuren van gisteren en de strijd van morgen. Beleef ten volle het heden van God. « Vivre l’aujourd’hui de Dieu », een consigne van Frère Roger van Taizé. « Aujourd’hui seul nous est donné. Ne pas faire peser sur aujourd’hui les déchirements d’hier et les luttes de demain. Il faut concentrer ses efforts sur aujourd’hui ». (Maurice Zundel).

Paolo Giordano schreef tijdens de coronapandemie een dun boekje ‘In tijden van besmetting’. Naar het toe haalt hij de smeekbede aan uit psalm 90 “Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult.’’ En hij maakt daarbij volgende reflectie:

“Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult.

Misschien is dat omdat we tijdens deze epidemie niet anders doen dan tellen. We tellen de besmettingen en de genezingen, we tellen de doden, we tellen de ziekenhuisopnames en de ochtenden dat we niet naar school zijn geweest, we tellen de miljarden die op de beurs zijn verdampt, de maskers die zijn verkocht en de uren die we nog moeten wachten voordat we de testuitslag hebben; we tellen de kilometers die ons van de brandhaard scheiden en de hotelkamers die zijn afgezegd, we tellen onze relaties, onze opofferingen. En we tellen en hertellen de dagen, dàt vooral, de dagen dat het nog duurt totdat de crisis achter de rug zal zijn.

Maar volgens mij wil de psalm ons een andere rekensom laten maken:

Leer ons om onze dagen te tellen, om onze dagen een waarde te geven.

Al onze dagen, ook deze, die we alleen maar een vervelend intermezzo vinden. 

We kunnen tegen onszelf zeggen dat COVID-19 een geïsoleerd geval is, een ongeluk of een plaag, we kunnen schreeuwen dat het allemaal hun schuld is. Het staat ons vrij om dat te doen. Maar we kunnen er ook naar streven om zin te geven aan deze besmetting. Om deze tijd beter te gebruiken, hem te benutten om te bedenken wat we in normale omstandigheden niet kunnen bedenken: hoe we hier gekomen zijn, hoe we de draad weer op willen pakken.

De dagen tellen. Opdat wijsheid ons hart vervult. Niet toestaan dat al dit lijden voor niets is geweest.”

Leren uit het verleden en door ervaring is een vorm van wijsheid.

De tussenzang met de verzen van psalm 90 sluit aan bij het gebed van koning Salomo om wijsheid. Hij is zogezegd de schrijver van het boek Wijsheid. Voor hem is de wijsheid een geschenk van God. Koning Salomon werd geprezen om zijn wijsheid en hij was tevens rijk en welvarend. De grote schaduwzijde is dat deze wijze man uiteindelijk ontrouw is geworden aan de God van Israël (1 Kon. 11,9-17).

Het verlangen naar wijsheid heeft een aanzienlijke plaats in de bijbel. Een deel ervan wordt de wijsheidsliteratuur genoemd, Deze omvat het boek Job, de Spreuken, de Psalmen, het boek Prediker en daarbij de deutero-canonische boeken Wijsheid en Jezus Sirach. (Wijsheid vanuit Bijbel, traditie en leven - Thomas - KU Leuven).

Wijsheid en inzicht zijn beter dan goud en zilver (cf. Spr. 16,16)

Wijsheid, we leren door ervaring en door aandacht te schenken. Zo is levenswijsheid verworven op basis van levenservaring. Ze draagt bij tot het goede leven in al zijn aspecten.

Wijsheid is inzien waar het op aankomt, ontdekken wat blijvende waarde heeft en wat vreugde geeft, onderscheiden wat echt is en wat onwaar is.

“Gelukkig der mens, die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt, want men kan beter inzicht verwerven dan zilver, beter wijsheid winnen dan goud” (Spr. 3,13-14).

Geef ons kalmte om te aanvaarden wat we niet kunnen veranderen, moed om te veranderen wat we kunnen veranderen en wijsheid om tussen deze twee een onderscheid te maken.

Doe me veranderen wat ik kan veranderen.

Leer me aanvaarden wat ik niet kan veranderen.

En leer me het onderscheid tussen beide.

Deze uitspraak zou teruggaan op Sint Franciscus.

Wat we inzien moet ook in praktijk worden gebracht. Deugden houden met elkaar verband, zowel de vier kardinale deugden (voorzichtigheid, gerechtigheid moed, matigheid) als de goddelijke deugden (geloof, hoop en liefde). Abt Notker Wolf (1940) beschouwt ze als de zeven zuilen voor het huis van geluk. “Vier vervullen een scharnierfunctie. Daarom worden ze "kardinaal" genoemd; alle andere deugden vinden hun plaats rond deze vier. Het zijn de voorzichtigheid, de rechtvaardigheid, de sterkte en de matigheid. "En als iemand de gerechtigheid liefheeft, de vruchten van de wijsheid zijn de deugden; matigheid leert zij en voorzichtigheid, rechtvaardigheid en sterkte" (Wijsh. 8, 7). (KKK 1805).

De wijsheid heeft haar oorsprong bij God. Het ontzag voor Jahwe is het begin van alle wijsheid (Spr. 1,7). Gods Geest schenkt ons zijn zeven gaven.

Bij het vormsel bidt de vormheer dat de vormeling mag ontvangen de Geest van 'wijsheid, verstand, inzicht, sterkte, kennis, ontzag en liefde voor Gods heilige naam'.

In de doopliturgie was vroeger een ritueel van het toedienen van het zout met het gebed: “Ontvang het zout der wijsheid; het strekke u tot verzoening ten eeuwigen leven.”

Dit gebruik was al gekend in de tijd van sint Augustinus bij de catechumenen in Milaan. Ze kregen een snuifje zout als teken van wijsheid;

Sint Paulus had in zijn brieven vaak de aandacht gericht op de christelijke wijsheid, die verbonden is met de persoon van Jezus. Hij plaatst de wereldse wijsheid tegenover een hogere wijsheid van God (1 Kor. 1, 17–18, 24–20; 2,7); Hebr. 1,3; Kol. 1,15) Het kruis en de verkondiging ervan is dwaasheid voor de wijzen van deze wereld (1 Kor. 1: 18-25).;

Op zoek naar het volle leven

Het verlangen naar wijsheid voedt de ontmoeting met mensen. Mensen zoeken spirituele meesters. De evangelisten Mattheus, Marcus en Lucas brengen het verhaal van een jonge man die naar Jezus ging. Hij wou van hem horen wat hij moest doen om eeuwig leven te bezitten. Het was een jonge man die, zoals hij zelf verklaarde, vanaf zijn jeugd de geboden had onderhouden (Mc. 10,20) en dat ook verder wou doen. Maar toen Jezus hem vroeg alles te verkopen wat hij bezat om het aan de armen te geven schrok hij daarvoor terug.

Hij besefte op dat moment niet dat hij door zich in te zetten voor de armen hier al veel vreugde zou ervaren en zo zou opgenomen worden in een grotere familie van broers en zussen.

Iets van die vreugde klinkt door in het getuigenis van Kristien Hemmerechts. Via armenhulp was zij met de gemeenschap van Sant’Egidio in contact gekomen. Ze had gelezen over het jaarlijkse kerstdiner dat Sant’Egidio voor daklozen organiseert. Zij meldde zich als vrijwilliger en raakte er steeds meer bij betrokken. “Langzaam drong tot mij door dat het toch heel wonderlijk is wat die leken doen en hoe het evangelie voor hen een heel belangrijke inspiratiebron is.”

Wanneer we iets te vlug de jonge man ervan langs geven omdat hij de raad van Jezus niet heeft opgevolgd, moeten we wel onszelf bevragen hoe ver bij ons de navolging telt. Staan we zelf niet langs de kant van de rijken, “hard en onverstoord zodat wij niet horen het roepen aan de poort” (ZJ 569)?

Zijn we zelf bereid een stap vooruit te zetten op de weg van de navolging en zo met ‘ja’ te antwoorden op de vraag of het iets meer zijn?

Het zoeken naar geluk is eigen aan de mens. Ook jongeren willen gelukkig zijn, een rijk, vervuld en zinvol leven leiden. Dit gaat gepaard met heel wat vragen: wat hebben we nodig om gelukkig te zijn? En hoe bereik je het ware geluk? Op basis van gesprekken met 270 jongeren noemt auteur en journalist Tom Zwaenepoel alvast enkele inzichten en waarden die ertoe kunnen bijdragen, zoals gezondheid, eerlijkheid, geloof, vertrouwen, zelfontplooiing en het maken van de juiste keuzes (. T. Zwaenepoel, Mag het iets meer zijn? Jongeren over leven, geloven en dromen, Tielt, Lannoo, 2018).

Plus est en vous. Deze spreuk uit het Brugse Gruuthuse museum lag al in de mond van Jezus toen hij de jong man ontmoette en hem uitnodigde tot het zetten van een radicale stap.