24e zondag door het jaar B - 2012

Zusters en broeders,

Onze straten en pleinen hangen weer vol aanplakbiljetten, en onze brievenbussen puilen uit van het drukwerk. Vanop grote en kleine plakborden kijken mannen en vrouwen ons met een brede glimlach, of misschien ook bezorgd aan, en in hun ogen is altijd dezelfde vraag te lezen, namelijk ‘Wie zeg jij dat ik ben?’ Ze vinden onze mening belangrijk, en ze hopen dat die positief zal zijn, want ze dingen naar onze stem, en ze hopen dat we op 14 oktober netjes het bolletje achter hun naam zullen inkleuren.

Dingt Jezus ook naar de gunst van de bevolking? Want ook Hij vraagt: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ En is zijn vraag ook bedoeld als een populariteitstest na bewezen of beloofde diensten? Het antwoord dat Hij krijgt, wijst in elk geval op populariteit en erkenning, want de namen die op Hem geplakt worden zijn niet de minste: Hij is een herrezen profeet, Hij is Johannes Doper, en Hij is zelfs Elia, en dat is niet min, want de joden geloofden dat Elia zou terugkomen, en dat in zijn spoor de Messias zou volgen. Jezus wekt dus zeer hoge verwachtingen, en Hij wordt effectief met de langverwachte Messias verbonden.

Denken zijn leerlingen er ook zo over? Zoals altijd geeft Petrus het antwoord: ‘Ja, Jezus, Gij zijt de Christus’, dus de door God Gezalfde, de Messias. Meteen verbiedt Jezus hun nadrukkelijk dat openbaar te maken. Vorige week hoorden we juist hetzelfde: Jezus genas een doofstomme, en ook toen verbood Hij de getuigen daarvan ruchtbaarheid te geven aan dit wonder. Maar waarom doet Hij dat? Waarom wil Hij niet dat de massa beseft dat Hij de Messias is?

Het antwoord ligt in het beeld dat die massa, en ook zijn leerlingen, tot nu toe van Hem hebben. In woord en daad verkondigt Hij een boodschap van liefde, van aandacht voor zieken en achtergestelden, van nederigheid en oprechtheid. Hij straalt de liefde van God voor de mensen uit, Hij is de belichaming van Gods zorg, Gods goedheid, Gods glimlach. En ja, Hij verricht ook wonderen: Hij geneest zieken, wekt doden op, laat blinden zien, doven horen en lammen lopen. Als we het zo eens overschouwen, lijkt het een echt succesverhaal vol rozengeur en maneschijn. En precies dat wil Jezus vermijden. Hij wil geen succesmessias zijn, Hij wil niet dat de mensen in Hem geloven en Hem achternalopen om zijn wonderen. En Hij wil ook geen Messias zijn die door zijn wonderlijke macht hoog boven de mens uittorent, en hem als een onaantastbare vorst beheerst. Nee, dat wil Hij niet, integendeel, Hij wil als Messias midden in de vreugde, maar ook in de pijn van elk mensenleven staan.

Daarom corrigeert Hij dus het Messiasbeeld tegenover zijn leerlingen. Zij moeten in elk geval weten wie en hoe de Messias is, want eens komt de tijd dat zij Hem en zijn Boodschap zullen moeten verkondigen, en vooral zullen moeten doen. Het is daarbij opvallend dat Hij zichzelf niet de Messias noemt, maar wel de Mensenzoon. Iemand dus die door alle stadia van het menszijn moet gaan. Dus ook door het lijden, want net zo goed als vreugde en geluk, maken pijn en lijden deel uit van een mensenleven. Voor Jezus telt de vraag of zijn leerlingen, en allen die Hem op dat ogenblik op handen dragen, ook in die kwetsbare en lijdende Mensenzoon zullen willen geloven.

En wij, zusters en broeders? Zijn wij bereid Jezus te volgen in goede en kwade dagen? Willen ook wij, net als Petrus en de grote massa die de succesvolle Jezus achternaliep, alleen maar een succesmessias, of willen we inderdaad onszelf verloochenen, ons kruis opnemen en ons leven verliezen omwille Jezus? Wellicht klinkt die vraag nogal theoretisch in onze oren, maar in andere streken, vooral in moslimlanden, worden effectief elke dag mensen gebroodroofd, vernederd en vermoord omdat ze christen zijn. Het kruis dat wij moeten opnemen is evenwel niet fysiek. Het is het kruis van onszelf, van onze eigenliefde, van ons egoïsme. En ook het kruis van mislukking, van ziekte en dood waarmee ieder van ons te maken krijgt. Kunnen en willen we dat dragen in de kracht van ons geloof? Zoals Jezus dat heeft gedaan? Ik wens het ons allen toe: dat geloof, en dat verlangen om Jezus te volgen. De hele Jezus. De Jezus van liefde en vreugde, maar ook van lijden en pijn. Amen.