Rakelings (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

NAAST OMA

Iemand vertelde dat ze een paar heerlijke dagen bij haar dochter in Rijswijk had gehad. Ze lachte verontschuldigend en zei een beetje verlegen: ‘Weet u wat zo leuk is...? De kleintjes, die vechten er altijd om wie naast me mag zitten. Joris wilde perse naast oma zitten. Hij schoof zijn stoel tot tegen de mijne. Anne wilde niet achter blijven. Ze kwam aan de andere kant zitten. Er was nauwelijks plaats voor. En toen kwam de kleinste. Erwin wilde niet voor de grotere onderdoen. Hij probeerde een stoel tussen die van mij en Anne te persen en begon zelfs te huilen. Dat is nog eens iets anders dan met lange tanden ‘s ochtends alleen in de keuken een boterham naar binnen wurmen. Enfin, mijn dochter besliste gedecideerd: ‘Eerst Anne tot en met de aardappels rechts, en Joris tot de soep links, en dan Erwin vanaf de aardappels links en Joris bij de pudding weer rechts.' Ze lachte van de napret. Wat is dat toch dat de kinderen zo graag naast oma willen zitten. Wat was het, dat oma als herboren thuiskwam?
Het maakt verschil naast wie je zit! Kinderen laten dat openlijk blijken. Grote mensen niet zo duidelijk, maar het speelt evengoed. In de nabijheid van een ander word je anders. Van sommige mensen ga je je beter en vrijer voelen; van anderen chagrijnig en angstig om te falen. De ene leraar weet een kind te inspireren, de ander brengt hem aan het spijbelen.

AANRAKING

‘Ach', zei een vrouw die al driekwart jaar haar man verzorgde. Hij lag al die tijd in een groot bed in de kamer. Hij was al heel ver weg en reageerde nauwelijks meer op wat er om hem heen gebeurde. ‘Ach, morgen komt die lieve verpleegster weer. Als die hem verzorgt dan wordt hij helemaal rustig. Gek hè?!'
De nabijheid van een ander brengt wat teweeg. Een geüniformeerde politieagent die je tot stilstand heeft laten komen, kan je wat zenuwachtig maken. Je doet snel een gewetensonderzoek. Wat heb ik fout gedaan, hoe hard reed ik en waar zijn de autopapieren? Anderen reageren juist met agressie. Sinterklaas kan grote mensen op slag tot kinderen maken. Over een ontmoeting met de koningin of een televisiester kunnen mensen nog jaren napraten. Het doet hen wat!

GEZAG

In dat proces van betekenisvolle ontmoetingen zijn twee dingen van belang. De ander moet iemand zijn. Het moet iemand zijn die je oprecht bewondert. De oma van de drie kleintjes als gast aan tafel. De juffrouw van de school in de lunchroom. Een bekende voetballer op een terras. Ome Jos in Helden. Hij was altijd rustig en afwachtend, liet de neefjes en nichtjes hun gang gaan, maar als ze kwamen dan had hij wel wat te bieden: een perforator om confetti te maken, een nietmachine om alles aan elkaar te slaan. En af en toe maakte hij onder het tafelkleed dunne koperen draadjes vast aan je mes en vork. Ze waren met een generator verboden op zijn schoot. Als je dan mes en vork pakte kreeg je een schokje. Hij kon wat! Hij was iemand. En tegelijk moet die ander jou in je wezen laten. Je moet je gewaardeerd en gerespecteerd weten. Van zo'n ontmoeting gaat een scheppende kracht uit. Zo'n ontmoeting boort levenskracht aan.

BEVESTIGING

Jezus van Nazareth was zo iemand. Hij bekende veel. Hij sprak met gezag. Hij tartte vastgeroeste omvattingen. Hij weersprak zijn overheden. Hij sprak woorden van vergeving en verzoening. Hij predikte een barmhartige God en hielp zieken op de been. Hij wàs iemand, en wie hem aanraakte en wie hem ontmoete die vond een woord van acceptatie, van bescherming, van respect. Hij erkende je in je diepste wezen: dat je kind van God was. Jij mag er zijn van hem. Je mag levenskracht putten uit zijn nabijheid. De aanraking van zijn kleed mag je kracht geven.

 

HANDTEKENING

Lieve kinderen. Laatst kwam Kim naar me toe. ‘Mag ik uw handtekening?', vroeg ze. ‘Natuurlijk, waar heb je hem voor nodig?' ‘Zomaar, ik spaar handtekeningen en mamma zei: vraag die van pastoor ook maar.' ‘Heb je er al veel?' Ik wilde wel eens weten of ik tussen beroemdheden terecht kwam. Ze zuchtte om na te denken en zei toen: ‘Een van de Beattles.... ze keek me dromerig aan. ‘Die heb ik van pappa. Dat waren zangers vroeger. En een van Marco Borsato, die heb ik een brief geschreven. En Gerard Joling. Die heb ik geruild met Trijntje Oosterhuis...' Ze trok haar wenkbrauwen bij elkaar om nog dieper na te denken. Nu zag ik pas dat ze een prachtig lichtblauw album tegen zich aandrukte. Met de palm van haar hand aaide ze erover, bijna liefkozend. ‘Wat is je mooiste handtekening?' ‘Sacha', zei Kim direct. ‘Sacha?' Ze keek me onderzoekend aan. Of ik Sacha niet kende? ‘Sacha Visser!' Een handbeweging was genoeg om het boek open te laten vallen bij Sacha. Ze streelde over de foto terwijl ze hem aanwees. ‘Oké, moet kunnen.' ‘Waar moet ìk tekenen? Naast Sacha? Ze keek me verwijtend aan. Natuurlijk niet! Ze begon te bladeren vanaf de achterste bladzijde. ‘Hier!' Ik zette bescheiden en trots mijn handtekening in Kim haar blauwe album.