Met nieuwe moed bezield (2005)

Pinksteren is en blijft een moeilijk feest.
Ik maak me sterk dat je, als je een enquête gaat houden
op de grote markt,
misschien is het op de Leidsevaart iets beter-
de vreemdste antwoorden zou krijgen.

Het woord Pinksteren heeft een weinig romantische betekenis.
Het woord betekent gewoon: 'vijftigste' en daarmee is dan bedoeld
dat het gewoon de vijftigste dag na Pasen, beter gezegd VAN Pasen is.
Vijftig is een vol getal, zeven maal zeven + één!

Als je vijftig wordt -zegen de mensen- heb je Abraham gezien:
het leven is tot een zekere volheid gekomen
(ouder worden is geen vloek).

Vlak na Jesus' dood
wordt de leerlingen van Jesus een tijd van bezinning gegund.
Ze zijn dus niet alleen maar angstig bijeen
maar vooral eensgezind in de bezinning...
zoals alle joden die na Pasen
(het feest van de doortocht door de rode zee)
vijftig dagen lang in bezinning steeds bijeen komen
om zich voor te bereiden op de gedachtenis van
wat er toendertijd 50 dagen na de uittocht uit Egypte gebeurde:
de aankomst bij de Sinai.

Pas als het pinksterfeest in Jeruzalem aanbreekt
en de stad vol is met vreemdelingen is ,
vertelt Lucas hij over de nieuwe kansen die er zijn en over het vuur
(vuur, net als op de Sinaï-berg waar de tien geboden werden gegeven).

In de tempel van Jeruzalem brandden op de pinksterdag
de vuren om de pelgrims te herinneren aan het vuur van de Sinaï.
Een ieder moest proberen iets van dat vuur mee te dragen.
Juist dan vertelt Lucas over de storm (die was er ook op de berg),
de beweging in het huis waar de apostelen waren;
het vuur dat zich op ieder van hen neerzette.

De leerlingen worden dan ENTHOUSIAST.
Dat woord betekent letterlijk: vol van God.
Het vuur van het enthousiasme dat later
duizenden en duizenden zal gaan bezielen in de loop der tijden.

Dat vuur trekt wel de aandacht
en velen begrijpen dat er iets bijzonders aan de hand is.
Maar het andere kan ook:
-en gebeurt ook nog steeds-:
ontkennen dat het van belang is,
de waarde ontkennen van al het werkelijk vernieuwende
wat er, tot op de dag van vandaag gebeurt.

De goede verstaander verstaat het,
waar hij ook is, van welke nationaliteit hij ook is,
van welke geloofsgemeenschap hij ook lid is,
of hij oud is of jong dat doet niet ter zake.
Petrus trekt de stoute schoenen aan en treedt naar buiten
terwijl hij, misschien wat overdreven, zegt:
"hier gebeurt waar de profeten over droomden:
jong en oud zien visioenen,
de Geest van God vervult de mensen".

'En zij allen konden hem verstaan in hun eigen taal'
staat er dan,
een wonder dat gelukkig vandaag de dag ook nog gebeurt.
Mensen die samen idealen hebben,
mensen die samen geloven.. verstaan elkaar.
In Amsterdam hebben we vroeger in de Lucaskerk
toen er twee nieuwe klokken kwamen
we die de namen gegeven van Moeder Teresa en Helder Camara.

Moeder Theresa sprak engels maar zie...
iedereen verstond haar,
Dom Helder Camara Frans
en ook al heeft niet iedereen Frans geleerd iedereen verstond hem.
Er is een gelovige eensgezindheid mogelijk
rond mensen die met hun woord anderen verzamelen en bemoedigen.
Dat was vroeger en is nu gelukkig ook nog zo.

Dat is een andere eensgezindheid
zoals wij die uit het verhaal van de toren van Babel kennen.
Die eensgezindheid stootte God tegen de borst:
het was de eensgezindheid van de hoogmoed en de machtswellust:
wij zullen samen wel eens even iets laten zien.

Dat was een eensgezindheid die verstrooid moest worden.
De eenheid die de mens tekort doet.
Een joods verhaal vertelt:
'als er bij de torenbouw in Babel
een mens van de stellingen viel en dood viel
keek niemand op of om.
Maar viel er een steen of een hamer
dan was er paniek: 'wie gaat die terughalen.'

Petrus getuigt in zijn prachtige pinksterpreek
over een nieuwe eenheid rondom Jesus Messias.
Hij neemt de gelegenheid te baat
om de pelgrims te vertellen hoe schandalig schijnbare eensgezindheid was
van de hordes die stonden te roepen:
'aan het kruis met hem.'

De moord op iedere mens is een schandaal.
De moord op deze mens -Jesus- in het bijzonder.
De moord op de ene mens
die ons juist nieuwe kansen wilde geven en onze wereld verder kon helpen.

Als Petrus' luisteraars een beetje onder de indruk zijn van zijn preek
en hem dan een beetje zenuwachtig vragen:
'wat moeten wij doen'
is het antwoord:
'bekeer jij jezelf NU, verander,
blijf geen buitenstaander,
doe mee met een nieuwe manier van leven,
laat je bv. dopen, word weer mens,
een nieuwe mens. '

Om zo'n nieuwe mens te worden
heb je tijd nodig, veel tijd.
Je zult naar God toe moeten groeien.
Vandaar die 50 dagen om te beginnen. Ze zijn een zegen.

Heel gevulde dagen hadden wij dit jaar:
dagen van afscheid van onze oude paus
en de komst van een nieuwe paus.
Er is heel wat gedacht en gebeden deze dagen.

Het enthousiasme wat het geloof ons geeft is
-als het goed is- geen goedkoop enthousiasme.
Even vol van iets leuks en dan over tot de orde van de dag.

Het enthousiasme dat de Heilige Geest ons geven wil
is het enthousiasme van mensen
die zich werkelijk willen laten leiden door de Geest van God.
Mensen die taai zijn en volhardend,
mensen die ook -als het nodig is- geduld hebben
en kunnen wachten.

Wachten -en tegenwoordig moet dat vaak-
wachten op het geloof dat in iedereen wortel kan schieten.
Je maakt dat tegenwoordig vaker mee dan vroeger:
- ook bij echt goedgedoopte katholieken-
hoe mensen een heel klein begingeloof hebben,
een soort sluimerend geloof
dat later pas naar buiten breekt.

We zullen elkaar moeten vasthouden en bemoedigen
en het 'kom schepper heilige Geest'
de intredezang van vandaag
zal nog heel vaak gezongen moeten worden.

'Wil toch onze trooster zijn,
-zal morgen in de hoogmis gezongen worden-
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond.'

'MAAK WEER ZACHT WAT IS VERSTARD
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.'

Omdat het heel moeilijk is je eigen opdracht te verstaan
zullen we nog heel lang oefenplaatsen nodig hebben
waarin we onze opdracht iedere keer weer opnieuw
in onze eigen tijd te horen krijgen...

Kerken mogen dat zijn:
plaatsen waar mensen zich verzamelen rond het woord,
rond het brood en de wijn
en waar wij ons voorbereiden op de grote toekomst van God
met de mensen.

We zullen -net als de apostelen-
het onderricht dat wij in de moederschoot van die kerk ontvangen
nog lang nodig hebben,
misschien zelfs -net als de apostelen van voor pinksteren-
als een zaal met gesloten deuren.

Maar we boffen dat God geduld met ons heeft,
ja wij leven als kerk van het geduld
dat God met ons heeft.

Hij geeft ons de vijftig dagen viertijd
tussen Pasen en Pinksteren,
Hij geeft ons de kans om ieder jaar weer pinksteren te vieren.

Als wij het al lang hebben opgegeven
en de kerk vaarwel willen zeggen
is Hij de Heer van het geduld,
is Hij degene die ons altijd weer nieuwe kansen wil geven;
die vertrouwen heeft in ons allemaal.

Ik eindig met de beden waarmee de christenen worden uitgezonden
op de pinkstermorgen en het slot van de oude sequentie,
de bede om de komst van de Heilige Geest.

Licht dat vol van zegen is
schijn in onze duisternis
neem de harten voor U in.

Sta ons met uw liefde bij
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat.
AMEN.

gebed:
Heer onze God, Uw Heilig vuur heeft gebrand op de Sinaï
Uw Heilig vuur heeft gebrand in Jeruzalem Wij bidden U:
Laat Uw Heilige Geest op aarde neerdalen
kom met uw Geest in onze harten
opdat wij aangestoken worden en bezield met nieuwe moed
om de blijde boodschap te verkondigen
van Jesus Messias die in de eenheid van diezelfde heilige Geest
met U leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. AMEN.