Gezocht (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

VROLIJK PASEN

Een ouder Amerikaans echtpaar bezoekt Jeruzalem. Onverwacht overlijdt de vrouw. Wat te doen? Het lichaam naar Amerika vliegen kost meer dan vierduizend dollar. ‘Voor veertig kunnen we haar hier begraven’, oppert de hotelmanager. De man strijkt zenuwachtig over zijn kin en zegt: ‘Vlieg haar toch maar over. Er schijnt hier eens iemand begraven te zijn die na een paar dagen weer was opgestaan; dat risico wil ik niet nemen.’ ...
Omdat er iemand is die ons zoekt, die ons wil, daarom leven we!
‘Vrolijk Pasen!’ wensen we elkaar van oudsher toe.
Pasen begon met een grap op de kansel. Na veertig dagen vasten en twee weken bezig zijn met Jezus’ lijden, mocht er een lach klinken door de kerk. De ‘risus paschalis’. Pas aan het eind van de achttiende eeuw werden de grollen en fratsen van de predikanten zo bont dat ze verboden werden. Maar dít was de dag om de dood vrolijk uit te lachen in zijn gezicht.

LANG-LEVE-DE-LENTE-DANS

Pasen is een lang-leve-de-lentedans.
Het woord Pasen is verwant aan het Syrische Passah, springen, huppelen en het joods Pesach, hinken, overslaan. Het is een feest waarin vreugde klinkt over het leven en over God die vrijheid schept.
Het ei is het paas-symbool. Uiterlijk lijkt het een steen. Een graf. Maar van binnen broeit het leven. Het graf baart een kuiken. Het voorjaar was de tijd waarop kievits- en andere eieren geraapt werden. Ze waren wonderen van levenskracht. Van alles deed men ermee. Ze werden in de grond verstopt om de akker vruchtbaar te maken. Ze werden gegeten. Ze werden gekleurd. En vooral:  ze werden gezocht!

GEZOCHT WORDEN

Dat laatste ontroert me. (Bart Lauvrijs: Een jaar vol feesten.) De eieren werden verstopt. Daarna moesten ze worden gezocht. Dat zoeken, zo geloofde men, maakte de stille krachten in het ei wakker. De vruchtbaarheid van het ei werd op magische manier gewekt doordat mensen zochten naar het ei. Het ‘numen’  werd door ons verlangen geactiveerd. Het ei kon zijn kracht ontplooien omdat mensen naar hem uitkeken!
Levenskracht wordt gewekt omdat er iemand is die naar je op zoek is!
Omdat God op zoek is naar de Onschuldige die gekruisigd is, daarom leeft hij. Naar zijn liefde, naar zijn woorden van genezing en vergeving wordt reikhalzend uitgezien. Maria en Johannes en Petrus zijn wanhopig naar Hem op zoek. De Eeuwige heeft hem gezocht vanaf het moment dat Zijn stem klonk uit de hemel: ‘Dit is mijn lief kind, luister naar Hem.’
Omdat er mensen zijn die ons zoeken, daarom bestaan wij. Omdat God ons als een herder, als een moeder zoekt, daarom zullen wij leven.

GOD ZOEKT

Er waren nog andere manieren om eieren tot leven te wekken. Je kon met eieren dansen. Op één been huppelde iemand tussen eieren door en rolde ze in een bepaald patroon over de vloer, meestal de vloer van een herberg, overigens. Of men tikte twee eieren tegen elkaar. Het moest dan wel heel blijven!
Pasen is een vrolijk feest want het gaat over de overwinning van het leven. Een wereld die zo zwaar gebukt gaat onder het geweld van de dood, die veert op bij het besef dat het leven de overwinnaar is.
God zoekt ons en wij bestaan.

VERSTOPPERTJE

Jorien stond te huilen op straat. ‘Ben je verdrietig? Heb je ergens pijn?’ Jorien keek me met betraande ogen aan. Ze schudde haar hoofd. Nee ze had geen pijn. Het verhaal kwam er met horten en stoten uit. Ze had verstoppertje gespeeld met de kinderen uit de straat. En zij had zich extra goed verstopt. Ze was in de openstaande garage van het huis van Kees in een lege doos gaan zitten. Toen had ze gehoord hoe Lisa had geteld. ‘Achttien, negentien, twintig! Ik kom, wie niet weg is is gezien.’ Jorien had gewacht. Ze had voetstappen horen komen. Ze had gehoord hoe Lisa een stapje in de garage had gezet maar toen verder was gelopen. Ze had Kees en Teunje horen roepen en rennen en lachen. En ineens was iedereen verdwenen. Niemand had naar Jorien nog gezocht. Ze hadden haar vergeten. Ze hadden haar laten zitten in de doos van een inktje-printer.
‘Ik ben blij dat ik jou gevonden heb’, zei ik tegen Jorien. ‘Weet je wat we doen? Kom eens mee naar mijn tuin, daar liggen nog enkele eieren te wachten tot iemand ze komt zoeken. Het zou toch jammer zijn als die niet gevonden werden.’ Daar ben je toch voor. Om gevonden te worden.