Hemelvaart (1996)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 201 niet laden
Voor wat hoort wat! Loon naar werken! Of negatief: straf naar werken! Je verdiende loon! Je verdiende straf. Zo hoort het, vinden we allemaal, en we protesteren als we vinden dat het verdiende loon te laag is, of als de verdiende straf te hoog is. Nu gaat dat laatste niet altijd op.
Een paar jaar geleden stond er in de krant een bericht over een man die een aantal auto's beschadigd had, en hij werd veroordeeld tot twee maanden zitten. Hij ging echter in hoger beroep want hij vond de straf te laag. Hij, een zwerver zonder vast adres, had namelijk er namelijk op gerekend minstens een half jaar te krijgen, en dan zat hij in de winter tenminste warm, maar nu, met twee maanden, kwam hij vroeg in de winter weer vrij en moest hij weer de kou in. Op vragen van een journalist antwoordde hij: ik vind dat ik recht heb op een half jaar, dat heb ik verdiend. Het is natuurlijk in-triest als iemand meent zichzelf zo een goed onderdak te moeten bezorgen.
Nog een voorbeeld, maar dit is niet ontleend aan de werkelijkheid. Een man kwam na zijn dood bij Petrus aan, en nadat Petrus in het boek des levens had gekeken, verwees hij de man naar de tweede hemel. Hij was hevig teleurgesteld, hij had op de zevende hemel gerekend, hij vond dat hij die verdiend had, want daar had hij altijd voor gewerkt en zijn plichten gedaan.
De vraag is: kun je de hemel verdienen? En dan moet je een onderscheid maken tussen de hemel in het hiernamaals, of een hemel, om geluk in het leven nu, want dat willen we toch ook allemaal, daar werken we toch voor. Als het gaat om die hemel later hoor je mensen wel eens zeggen: die of die heeft zoveel goeds gedaan, als er iemand de hemel verdiend heeft dan is hij of zij dat wel. En vroeger werd er heel veel gesproken over de hemel verdienen, door goede werken, door volle aflaten, door de genade van de sacramenten, vooral dat van de biecht. Als iemand het heel moeilijk had, dan werd hij wel eens getroost met de woorden: neem het maar zoals het komt, want je verdient er de hemel mee.
Kun je die hemel na dit aardse leven verdienen? Dan ben ik geneigd om te zeggen: nee, je kunt die hemel niet verdienen. Tenminste niet in de zin waarop wij het woord verdienen meestal gebruiken: als iets waar je recht op heb. Als je zoveel uur gewerkt hebt, dan heb je volgens de cao recht op deze beloning. En als je die baan hebt, dan heb je recht op dat inkomen. En als je werkeloos bent geworden of arbeidsongeschikt, dan heb je in ons land recht op een uitkering. Maar hoe goed een mens ook geleefd heeft: hij heeft nooit recht op de hemel. Het is niet zo dat je in je leven punten kunt verzamelen, airmiles, of heavenmiles zo u wilt, waardoor je recht krijgt op een toegangkaartje naar de hemel. We mogen hopen dat God ons na dit leven laat delen in zijn leven, in zijn hemel, maar meer dan die hoop hebben we niet.
Maar ook als het gaat om geluk in het leven, om een stukje hemel hier en nu, ook dan moet je zeggen: die hemel, dat geluk kun je niet echt verdienen, in de zin van recht hebben op. Het is niet zo: ik leef goed en dus heb ik recht op geluk. Als mensen pech hebben, ziekte of andere tegenvallers, dan hoor je wel eens zeggen: dat heeft hij niet verdiend. Of mensen zeggen zelf: waar heb ik het aan verdiend. Geluk en pech in het leven zijn niet te verdienen. Wel is het zo dat je je levensgeluk, hier en nu, een groot stuk zelf in de hand heb.
Je kunt van je leven ook een puinhoop maken en dan vraag je om ongelukken. Je kunt heel veel doen om met elkaar en voor elkaar jezelf en anderen gelukkig te maken. Je kunt heel veel doen om verdriet en pijn te lenigen, met elkaar en voor elkaar. En wie zo handelt, voelt zich gelukkig, maar niemand kan de garantie geven dat er geen nare dingen gebeuren in de leven die je levensgeluk bederven. Je hebt er geen recht op. We kunnen alleen maar er voor werken en hopen dat niets ons levensgeluk verstoort.