Tegen de angst (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

ANGST

Je hoort nogal eens dat 'de mensen' - wie zijn dat eigenlijk? - zo materialistisch zijn. Maar, zo hoor je dan wel, als het op bidden aankomt, gaat het niet zo vlot. 'Ja,', zei iemand me nog enkele dagen geleden, 'in de oorlog, toen konden ze wél bidden. Als ze maar angst hebben'.
Afgezien van het wel erg veralgemeniserende van zulke uitlatingen, moeten we, denk ik, wel toegeven dat materialisme inderdaad vaak voor komt. Maar ik heb vooral moeite met die opmerking over die zogenaamd positieve rol van de angst. Vreemd eigenlijk, als je zou moeten zeggen: om godsdienst te beleven moet je eerst angst hebben. En: wat is dat voor een soort godsdienstbeleving?
Angst is altijd erg. Angst brengt je buiten jezélf: je bent jezélf niet meer. Daarom is angst een vijand van echt godsdienstig-zijn.
Allemaal zijn wij wel eens angstig. Wellicht was dat al in onze jeugd het geval, bv. wanneer wij bang waren in het donker. Als je bang bent, meen je overal bedreiging te zien. Daar lacht iemand: die lacht me zeker uit. Daar kijkt iemand naar me: er zal aan mij wel wat vreemds te zien zijn. Allemáál ervaren wij wel 'ns angst. En die angst kan ons buiten onszelf brengen.

LIEFDE

Dat kan ook zo zijn als mensen angst hebben voor God. Natuurlijk is godsdienst, is het beleven van ons menselijk en christelijk bestaan een ernstige aangelegenheid.
Niet voor niets worden wij in de eerste lezing van vandaag aangespoord om ons geweten zuiver te houden én wordt er zelfs gezegd dat wij beter kunnen lijden voor het goede dat wij doen dan dat wij straf ondergaan voor misdrijven. En in het evangelie van deze zondag neemt de oproep tot het onderhouden van Jezus' geboden een belangrijke plaats in: het gaat om het wezen van de liefde. Maar laten wij m.n. het evangelie van vandaag eens wat nader overwegen.
Dit evangelie wordt tot eenheid gemaakt door het woord liefhebben. Een vergelijking met andere uitspraken in het Johannes-evangelie laat zien, dat met de vereiste liefde tot Jezus hetzelfde wordt bedoeld als met het geloof in Jezus. Ik denk bijvoorbeeld aan een tekst waarin Johannes Jezus laat zeggen: 'de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie Mij liefhebben en geloven dat Ik van God ben uitgegaan' (16,27; vgl. 8,42). En aan de liefde tot Jezus, die blijkt als iemand Jezus' geboden onderhoudt, verbindt Jezus de belofte van de heilige Geest en van zichzelf.

LEVEN

Jezus belooft de heilige Geest. Hij spreekt over 'een ándere Helper', die de Vader zal zenden. Jezus heeft tot dan toe bij de leerlingen zélf deze rol vervuld. Omdat die Geest voorgoed bij de leerlingen blijft, wordt zij gegeven aan de kerkgemeenschap, en niet alleen aan de leerlingen persoonlijk. 
En Jezus beloort zichzelf. Doordat Hij als Verrezene aan zijn leerlingen, aan de gelovigen, zijn eigen leven mee-deelt, kunnen wij ons bewust worden van zijn tegenwoordigheid. Die tegenwoordigheid is 'leven'. Wij kunnen dit tot een vaste overtuiging laten worden, zegt Hij; en wij kunnen op een of andere manier ondervinden dat de eenheid tussen
Vader en Zoon een werkelijkheid is in de levensgemeenschap tussen Jezus Christus en ons (10,38; 14,10-11; 17,21). Maar, zoals bij de belofte van de heilige Geest, wordt van ons verondersteld dat wij Jezus liefhebben en dit laten blijken in het aanvaarden en onderhouden van wat Jezus van ons vraagt.

GAVE EN OPGAVE

Dit geeft heel wat te denken. Het gaat over gave en opgave. Dit laatste mogen wij inderdaad niet uit het oog verliezen. Het gaat om een ernstige aangelegenheid. Maar bij sommige mensen is er echt wel iets in een ándere richting scheefgegroeid.
Misschien moet je hebben ervaren, hoe verwrongen, hoe onchristelijk, hoe onbarmhartig godsdienst wordt als hij beheerst wordt door angst. Natuurlijk is dit geen verwijt aan mensen die angstig zijn! Niemand beseft beter dan zij, hoe moeilijk het is zich daaraan te ontworstelen. Als dit een verwijt is - dan tegen mensen die beweren: 'De mensen moesten voor God meer angst hebben'.
Ik eindig met een aanhaling uit de eerste lezing: 'Weest altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft'.
En met het slot van het evangelie van vandaag, waarin Johannes Jezus laat zeggen: 'Wie mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen, zo iemand heeft Mij lief. En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal zo iemand liefhebben, en Ik zal Mij aan zo iemand openbaren'.
Moge Gods Geest steeds meer onze ogen daarvoor openen.