Evangelieprikje 2014

We kunnen ons allemaal wel iemand voorstellen waar we van houden. Als je iemand graag ziet, dan wil je dat die ander gelukkig is en zal je alles in het werk stellen om dat te bewerkstelligen. Het is een kwestie van “moeten” van binnenuit, als die ander je graag heeft, verplicht hij je niet, maar je voelt toch vanbinnen dat het moet. Je doet het uit liefde. Helaas is het ook zo dat wat we doen uit liefde na verloop van tijd soms wel eens afneemt omdat we de relatie vanzelfsprekend vinden, omdat andere bezigheden onze tijd opslorpen, … Dat laatste kan er soms ook voor zorgen dat er geen tijd meer overblijft voor een gesprek en dat uiteindelijk het koppel uit elkaar groeit omdat er niet genoeg tijd en energie in de relatie gestoken werd.  Wat geldt voor een liefdesrelatie tussen mensen, geldt ook voor de liefdesrelatie tussen God en mensen. Omdat God ons graag ziet, wil Hij alles voor ons doen. De Bijbel beschrijft hoe God als een verliefde puber achter de mens aanzit. Zelfs als Hij afgewezen wordt, blijft Hij contact zoeken. Jezus heeft ons getoond hoe Gods liefde ons uitdaagt om elke mens een menswaardig leven te bezorgen. Het is die Jezus die voor ons Zijn leven gaf. Op zoveel liefde kan je op verschillende manieren reageren: je kan ze afwijzen, je kan er dankbaar om zijn, je kan er dankbaar om zijn én dat tonen door ze met liefde te beantwoorden. Het is die liefde die Jezus vraagt aan Zijn volgelingen. Hij vroeg nooit aan Petrus: ken je Mijn boodschap nu? Weet je wat de kern van mijn programma is? Neen, Hij vroeg Hem, tot drie maal toe of hij Hem graag zag. Geloven voor christenen is niet in de eerste plaats geloven in een of andere leer, maar in een liefdesrelatie stappen tussen God en mens. En als die liefde er is bij de mens, dan toont die zich in liefde voor medemensen. Jezus moet ons daartoe niet verplichten, we doen het uit liefde voor Hem. Maar ook hier dreigt gevaar: ook in deze relatie is het belangrijk dat er voldoende tijd en energie gepompt wordt in de relatie.  Hoe kan er sprake zijn van liefde als men nooit tijd voor elkaar uittrekt? Gebed, Bijbellezing en liturgie zijn dus noodzakelijk om de relatie in stand te houden en altijd weer opnieuw te vernieuwen. Dat is niet eenvoudig in een gewone relatie, dat is het dan zeker ook niet in onze relatie met God. Jezus lijkt het te weten dat het moeilijk wordt als Hij niet meer lijfelijk aanwezig is en daarom voorziet Hij in een helper: de heilige Geest.  Tot op de dag van vandaag blijft Jezus ons die Geest schenken. Zij die God niet binnenlaten in hun leven, kunnen die Geest van wijsheid niet ontvangen want in de wereld gelden andere wijsheden dan de wijsheid van God. En dat is misschien ook de zwakke schakel: die Geest van wijsheid is een Geest van liefde. God dringt die Geest niet op, Hij biedt aan. Het is aan ons om te beslissen of we ons hart en ons geweten openen voor die Geest of niet.

Overal in Vlaanderen dienen vormselheren dezer dagen het heilig vormsel toe aan jongeren. Hoewel dit in theorie een keuze van de jongere zelf zou moeten zijn, is het veelal nog een keuze van ouders en/of grootouders. Men duwt de jong-volwassene dan in een gebeuren waar hij of zij niet zelf voor kiest met alle gevolgen vandien. De motiviatie voor het hele gebeuren is vaker de cadeautjes  dan het religieuze gebeuren op zich.  Al jaren pleiten heel wat gelovigen om “strenger” te zijn. Daar is natuurlijk iets voor te zeggen maar we moeten toch opletten dat we het liefdesaanbod van God niet aan regeltjes onderhevig maken. God is groter dan wij, ook en zeker in Zijn liefde. Wij mogen die liefde in Zijn naam aanbieden, ik meen niet dat we ze in Zijn naam mogen ontzeggen.   Het blijft natuurlijk zo dat het vormsel maar zin heeft als die jongere zelf beslist dat hij of zij ruimte wil maken voor God in het leven, als ze in een relatie willen stappen. Het is aan ons, als kerkgemeenschap, om die jongeren te laten zien welk groot geschenk het geloof is en hoe de Geest ons daarbij kan helpen en ondersteunen. Ik zeg heel duidelijk: het is aan ons als kerkgemeenschap. De jongeren het evangelie en de waarde van geloven leren smaken is geen kwestie van alleen maar de catechisten. Vinden de jongeren in onze kerk een gemeenschap waar men elkaar in liefde draagt? Vindt men in onze kerk een open, uitnodigende gemeenschap of eerder een groep mensen die neerbuigend op hen neerkijken omdat ze niet weten hoe ze zich moeten gedragen in een kerkgebouw? Ik weet het, je kan makkelijk zeggen dat de liefde toch niet altijd van dezelfde kant moet komen. Als we zoiets zeggen, moeten we het evangelie lezen, dan zullen we zien dat het ook in Jezus’ tijd vaak zo was dat de liefde altijd van Jezus kwam. We zijn uiteraard Jezus niet, maar als gelovige die gevormd is, proberen wij open te staan voor die Geest van wijsheid. Die wijsheid kijkt dieper dan het uiterlijke, ze wil mensen een kans geven, zelfs al lijken ze zelf geen vragende partij te zijn. Wil ik nu beweren dat alle vormelingen opeens gelovigen gaan worden als wij als kerkgemeenschap ons best doen  om een open gemeenschap te zijn waarin we elkaar in liefde dragen?  Neen, helemaal niet, liefde kan nooit wederliefde afdwingen. We blijven afhankelijk van de keuze die de jongere maakt: God binnenlaten of God de bons geven. Ik wil dus niemand de verantwoordelijkheid van het al dan niet lukken van een vormsel op zijn schouders leggen.  Wij bieden aan, God zelf is ook nog werkzaam, het hangt niet allemaal van ons af …, gelukkig maar. Maar een gemeenschap proberen te vormen zoals Jezus het heeft bedoeld, moeten we niet doen om vormelingen of anderen te overtuigen, het is gewoon wat Jezus ons vraagt. En als we Hem liefhebben, willen we dat doen voor Hem en bieden wij ons aan als warme kerkgemeenschap aan de wereld. Zei Jezus ons niet dat de mensen ons zouden herkennen aan onze liefde voor elkaar en voor God? Ok, bij mij is er nog wat werk aan de winkel, bij u misschien ook … daarom wil ik vandaag met U bidden om openheid in ons hart opdat we gemeend kunnen zingend bidden: Kom Schepper Geest …