De weggeworpen steen (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

STEENHOUWERS

De Kunderberg is beroemd. De Romeinen wonnen er al stenen om te bouwen in de verre omtrek. Het was een kunst om de steen te selecteren. Zacht materiaal diende als mest of om cement te maken. Verontreinigd materiaal ging eruit. Steenhouwers waren goedbetaalde ambachtslieden.
Petrus gebruikt in een brief het beeld van de steenhouwer. Deze keurt de steen. Welke brokken kunnen gebruikt worden voor de bouw en wat is afval? De bouwlieden hadden een steen afgekeurd. Maar wat is er gebeurd? Iemand heeft hem opgeraapt; hij had stevige steen nodig voor zijn huis. De muren werden gevuld met ongeregeld goed, maar het skelet moest stevig zijn. De steen was hoeksteen geworden. Dát gebeurt er met afgekeurde stenen: of je struikelt erover, of je bouwt er je eigen huis mee.

KEURDERS

Je ziet ze niet meer, die steenhouwers... Keurders des te meer! Het kind is nauwelijks geboren of het wordt gemeten, gewogen en vergeleken met het gemiddelde. Nooit vergeet ik hoe ik eens zei: ‘Wat een prachtig kindje!’ Daarop verontschuldigde de moeder zich: ‘Maar hij is wel 2 centimeter tekort!’ Daarna gaat het door. Toetsen, testen, rapporten, examens... steeds worden ze gekeurd. Bij elke keuring zijn er afvallers.
‘Waardoor kwam je in het speciaal onderwijs terecht?’ vroeg ik aan een stralend bruidje. Het antwoord ontroerde mij ‘Ik kon niet zo snel denken.’ Ze had begrepen waar ze níet goed in was. Waar ze wél goed in was, had ze pas gehoord toen een jongeman verliefd op haar geworden was.
Op de arbeidsbeurs krijgen de jongeren van de ‘eerste keus’ veruit de meeste kans. Hun inkomsten liggen ook hoger. Onder bedrijven en instellingen zoeken de beste appels uit, althans die er het mooiste uitzien.

BIJZONDERE MISSIE

Nu schrijft Petrus: Voor bijzondere missies zoekt God iemand onder de afvallers. Tussen de afgekeurde stenen zoekt hij er een voor bijzondere taken. Jezus was een van hen! Afgekeurd, veroordeeld en gedood.
Kinderen, die vaak zijn weg geselecteerd, hebben ouders die een intens sterke band met hen ontwikkelen; ouders ook die tegen veel onbegrip aanlopen. Ze groeien op en gaan beschermd wonen. Laatst stond er een bericht in de krant. Buurtbewoners protesteerden. Ze voelden zich bedrogen door de projectontwikkelaar -of de gemeente Sittard- toen bleek dat een groep gehandicapten zich bij hen kwam vestigen. Toen ik het las, kon ik het eerst niet geloven. Later realiseerde ik me dat het bericht ook iets positiefs had. De gehandicapte kinderen hadden immers níet geprotesteerd tegen hun toekomstige buren!
Het valt me op dat wij enorm gefixeerd zijn op de manco’s. We willen in kaart brengen wat mensen allemaal níet kunnen. We ontwikkelen therapieën.

ENGELEN

Ik heb tientallen pagina’s nagezocht op het internet van verenigingen van ouders en verzorgers. Je vindt van alles: hulp om het belastingformulier in te vullen of hoe je met het rugzakje om moet gaan. Tips voor vakantie, protesten tegen op handen zijnde wetgeving. Maar ik vond bijna geen ontroerende verhalen over liefde en aanhankelijkheid, over de zin en de betekenis die deze engelen voor ons hebben. Ze zijn er immers vooral om te openbaren dat liefde de zin is van het leven. God zoekt onder hen naar mensen voor speciale missies.

WAD

In Landgraaf ligt een boerderij, het WAD. Ze wordt gerund door jonge mensen die heel vaak door de keurders te licht werden bevonden. Ze runnen er een alternatieve boerderij. Op vrijdag 29 mei gaan we er met de parochie naar toe.

MARGA

Marga komt iedere dag naar Voerendaal, naar het Veldje. Soms zie je haar door het dorp sjokken samen met anderen en twee begeleiders. Er zijn mensen die denken dat Marga de samenleving alleen maar geld kost. Ze hebben medelijden met de ouders. Maar ze kennen Marga niet! Overal waar ze komt wekt ze blijdschap en liefde. Met kerstmis zong ze eens in de kerk een lied waarvan ik tranen in de ogen kreeg. Haar heldere stem steeg als een merel boven haar beperkingen uit. Ik had nog nooit Gods menswording zo aan den lijve ervaren als toen. Ze is volstrekt eerlijk. Aan het eind mocht ze een voorbede uitspreken. Ze was erg zenuwachtig en bad: God, laat er wat minder boze mensen zijn...!’

GRAPJES-MENEER

Lieve kinderen.
Jeroen ging oma opzoeken. Hij liep aan mamma’s hand door de lange gang van de kliniek. Jeroen keek de ogen uit zijn hoofd. Hij zag een omaatje die in haar armen een pop wiegde terwijl ze een liedje neuriede. Een mannetje kwam langs die over zijn hele lijf bibberde. Het was een wonder dat hij kon lopen. Ineens zag Jeroen iemand in een rolstoel. Toen hij goed keek zag hij dat de man maar één been had. Jeroen schrok. Hij wees naar de man: ‘Kijk mamma, die meneer heeft maar één been!’ ‘Ssssjt’, zei mamma geschrokken, ‘dat zeg je niet.’ Maar de man had het gehoord. Hij knipoogde naar Jeroen, rolde dichterbij en zei: ‘Waar denk je dat dat been gebleven is?’ Jeroen werd er verlegen van. Hij had geen idee. ‘Opgegeten door een leeuw?’ vroeg hij voorzichtig. De man lachte: ‘Gelukkig niet.’ ‘Tussen twee treinen gekomen?’ De man lachte opnieuw. ‘Nee hoor, het been was ziek en het moest eraf, anders werd mijn hele lijf ziek. De dokter heeft het gedaan.’ ‘En moet je nu altijd in die rolstoel zitten?’ ‘Nee hoor, ‘s zondagsmiddags niet. Dan ga ik voetballen’, zei de man. Jeroen schoot in de lach. ‘Dan kom ik kijken!’
Sindsdien gaat Jeroen, als hij bij oma is, altijd even op bezoek bij de meneer met één been. Hij noemt hem ‘de grapjes-meneer.’