Van goede en slechte herders!

Beste vrienden,

"Wanneer een vreemde je aanspreekt! Wanneer er iemand tegen je zegt: “Kom, ik heb iets moois voor jou!” Dan mag je zeker niet meegaan! In geen geval mag je met iemand meegaan die je niet heel goed kent!” Dat leggen wij toch nauw aan het hart van elk van onze kinderen. En dat zeer terecht!   In het evangelie van vandaag doet Jezus net hetzelfde met ons! Of beter gezegd: Hij gaat ervan uit dat wij die raad vanzelfsprekend zullen opvolgen.

Een vreemde wiens stem je niet kent en van wie je niet weet wat hij met je van plan is, die kan je niet volgen. En zelfs wanneer het iemand is die je goed meent te kennen, zelfs dan moet je je telkens weer afvragen wat je werkelijk van hem weet.

Wil hij echt het beste voor mij? Wil hij dat werkelijk voor mij, of wil hij in werkelijkheid mijn beste misschien voor zichzelf?

Blind vertrouwen of blind gehoorzamen kan fatale gevolgen hebben. Na de tweede wereldoorlog hebben we door de Holocaust maar al te goed ervaren wat blind vertrouwen en blinde gehoorzaamheid tot gevolgen kunnen hebben.

En ik vraag me, zoals zovele andere mensen, dikwijls af hoe sommigen, na al die verschrikkelijke ervaringen uit de 20e eeuw, nog altijd zo verblind kunnen zijn dat ze niet zien dat ze door hun valse herders niet naar vruchtbare weiden, maar naar verre slagvelden worden gevoerd.  

Gehoorzaam zijn, naar de stem van iemand anders luisteren, ontslaat nooit van de verplichting om mijn eigen gezond verstand tegebruiken. Het ontslaat me ook niet van de plicht om me er voor mezelf van te overtuigen wat ik mag en niet mag doen, wat goed en wat, ondanks strikte bevelen toch als slecht moet worden verworpen. Het ontslaat me niet van de verantwoordelijkheid die ik in deze wereld, ondanks alle leiders en herders, voor mijn eigen handelen draag.

Dat geldt zowel in het dagelijkse leven als in de politiek en in het geloofsleven. Zeker, wie onbekende wegen moet betreden, die vertrouwt zich best toe aan een goede Gids, een goede herder. Maar wie uiteindelijk zijn doel ook wil bereiken, die kan best goed uitkijken aan welke Gids hij zijn leven toevertrouwt. Jezus zelf, de eigenlijke goede herder, geeft ons genoeg criteria om onze gidsen te kunnen selecteren. Want bij Jezus ging het altijd om de mensen. Voor Hem staat steeds het individu en zijn leven in het middelpunt. Daarom is Hij mens geworden, opdat wij zouden leven, en dat in overvloed.

Herders in de zin van Jezus hebben dan ook steeds de mens in het oog. Overal waar wetten en geboden belangrijker worden dan de mensen waarvoor ze gemaakt werden, waar ideeen en ideologieen plots meer gewicht krijgen dan de mens zelf, daar zijn valse herders aan het werk. Herders waarvan ik alleen mag hopen dat steeds minder mensen zich door hen laten vangen.

En dan geeft Jezus ons nog een tweede criterium. Valse herders wijzen alleen de weg. Ze zijn wegwijzers die stijf en onbeweeglijk in het landschap staan, die aan iedereen vertellen hoe ze moeten gaan, maar die zelf de weg die ze anderen wijzen voor geen centimeter zullen volgen.

Diegenen die vanop hun hoge troon van bovenuit regeren, maar die zichzelf te goed vinden om mee aan te pakken of om zich de handen vuil te maken en die de consequenties van hun bevelen door anderen laten dragen terwijl ze zelf geen hinder ondervinden, dat zijn de verkeerde herders.

Een goede herder moet zich aan Jezus laten meten. Want Jezus heeft niet alleen de weg getoond, Hij is die weg ook in alle consequenties van het begin tot het einde meegegaan. En daar waar de weg het moeilijkst was, daar is Hij vooropgegaan. Een dergelijke herder kan je volgen, zo iemand kan je vertrouwen bij Hem kan je je aansluiten. Maar al die anderen kan je best links laten liggen; Amen