3e zondag in de paastijd A (2008)

 

"Blijf bij ons, Heer". Het is de smeekbede van de twee mannen van Emmaüs. Ze hadden deze woorden al eerder kunnen uitspreken, aan het Laatste Avondmaal. Daar voorspelde Jezus dat Hij zou moeten lijden en sterven om ook te verrijzen en de gave van de heilige Geest te schenken. Hij had het gezegd, maar hun oren werden blijkbaar verhinderd om echt te luisteren. Ja, ook daar - aan het avondmaal - brak Jezus het brood voor hen, als sacrament van lijden en sterven. Zij begrepen het niet, maar wel wilden ze niets liever dan Jezus bij hen houden: "Ga niet weg van ons..."

Na de gebeurtenissen van Goede Vrijdag en Pasen zijn de mannen nog in verwarring. Hun grootste wens, Jezus bij zich houden, is niet uitgekomen - zo lijkt het. Net als aan het Laatste Avondmaal houden ze vast aan de Jezus die ze kennen. Die Jezus mag niet weg: de wonderdoener, de mens die met ze optrekt, de Jezus van Nazaret. Daarom herkenden ze Hem niet als Jezus de Christus in de eucharistie die Hij op Witte Donderdag aan hen gaf. Daarom herkennen ze Hem niet als Jezus in dit evangelie met hen meeloopt. "Hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen". Inderdaad: de ogen van het hart keken naar de Jezus die nog niet zijn Pasen was ingegaan en die Jezus is er niet meer...

"Blijf bij ons, Heer". Na de uitleg van Jezus over zijn eigen lijden en sterven, komt het verlangen in hun hart terug. Hun hart brandt, zeggen ze naderhand. Het is als het ware de smeekbede om niet alleen te staan in het leven, zonder Jezus, zonder antwoorden op vragen, zonder innerlijke kracht om te leven. Het woord "Blijf bij ons, Heer" is een smeekbede om een relatie met een Levende Persoon - ze weten niet tegen wie ze het zeggen, maar hun hart hunkert naar de echte Messias.

Net als aan het Laatste Avondmaal vervult Jezus de verlangens van deze twee mannen. Hij blijft bij Hen, als zij blijven doen wat Hij heeft gedaan om Hem te gedenken. Zij herkennen Hem bij het breken van het brood. Daar, in die tweede eucharistieviering met Jezus zien zij: dit is de Levende Heer. In persoon. Hij is het die met hen sprak en de Schrift ontsloot. Hij is het die hun eigen levensvragen ontsloot, de hunkering naar een echte relatie met God. "Blijf bij ons, Heer". In het brood van de eucharistie worden Schrift en leven aan elkaar geknoopt in de ene Persoon van Jezus Christus de Verrezene.

De materiële gedaante van Jezus verdwijnt daarna uit hun ogen. Wat blijft is het Levende Brood. Dat eten ze op en dan gaan ze naar de broeders in Jeruzalem. Ze vertellen over de Levende Jezus en - zo staat er - hoe zij Hem herkenden in het breken van het Brood. Hier zien wij dat de eucharistie het moment is waarop de verhalen over Jezus hun vervulling vinden. Men kan wel zeggen: de Schrift is ons genoeg. Natuurlijk, daarin spreekt Gods Woord. Het is goed om het Woord dagelijks te overwegen. Maar in het evangelie van de Emmaüsgangers zien we hoe mensen dat Woord jaren kunnen horen zonder de samenhang te begrijpen. Hoe mensen met al die woorden ook nog allerlei vragen overhouden. We zien dat zonder de eucharistie de schakel van de echte relatie met de Levende Christus ontbreekt. Niet de dode letter van het boek, maar de warme hand van de Verrezene die bij je blijft, doet het hart branden. Het breken van het brood breekt de verzegeling van het Woord.

Als wij verlangen naar antwoorden, hoop, vrede, dan roepen wij om God, om Jezus. Wij roepen dan niet om een boek, maar om een ervaring. Wij vragen niet: "zeg ons de waarheid, Heer", maar meer: "Blijf bij ons, Heer". Dan is het goed om eucharistie te vieren. Daarin herkennen wij Hem in ons midden. Hijzelf breekt voor ons het brood. Hijzelf ontsluit voor ons de betekenis van de Schrift. Hijzelf toont ons de betekenis van al onze levensvragen. Waarom Hij moest sterven om te verrijzen, waarom wij met Hem moeten sterven en verrijzen. Die levende Jezus zoeken wij. Om bij ons te blijven. Alle dagen van ons leven, in elke eucharistie en in eeuwigheid. Amen.