17e zondag door het jaar A - 2020

Zusters en broeders,

Vorige week vertelde Jezus drie parabels over het Rijk der hemelen, vandaag voegt Hij er  drie aan toe: de parabel van de verborgen schat, van de mooie parel en van het sleepnet. En misschien vraag je je af waarom Hij spreekt van het Rijk der hemelen, en niet van het Rijk Gods, zoals in de evangelies van Marcus, Lucas en Johannes. Is daar dan een verschil tussen?

Het antwoord is te vinden bij de evangelist zelf. Mattheus was meer dan waarschijnlijk een joodse schriftgeleerde die zich tot het christendom bekeerd had, maar die toch vasthield aan bepaalde joodse tradities. En een van die tradities is dat de naam van God uit eerbied niet wordt uitgesproken. Wat de andere evangelisten het Rijk Gods noemen, noemt Mattheus daarom het Rijk der hemelen. Er is dus geen verschil tussen beide.

Merkwaardig is dat de drie parabels inhoudelijk erg van elkaar verschillen. In de eerste parabel zoekt de man helemaal niet naar een verborgen schat, maar vindt hij hem per toeval. In de tweede is de koopman wél echt op zoek naar mooie parels, en in de derde moeten de vissers na de visvangst de slechte van de goede vissen scheiden.

Zoals altijd zijn die verhalen heel herkenbaar in het mesnelijk leven. Want iedereen vindt dingen waar hij of zij niet uitdrukkelijk naar zocht. Waardevolle dingen, die dikwijls helemaal geen dingen zijn, zoals de man of de vrouw met wie hij of zij door het leven wil en kan gaan, de hulpvaardige collega’s op het werk, het lieve gezin, de aangename familie. En we kunnen blijven doorgaan, want we krijgen zoveel waar we niet echt naar zoeken. Het komt op ons af als een geschenk uit de hemel. Maar we moeten er wél iets voor doen, net als de man die de schat in de akker vindt. Die komt niet zomaar op hem af, nee, als hij hem wil hebben, moet hij zijn bezit verkopen. Alleen met de opbrengst daarvan kan hij de akker met de verborgen schat kopen.

Dat is ook wat van elke mens wordt verwacht, wie of wat hij ook is, en wat hij ook doet: dat hij afstand doet van zichzelf, van zijn zelfzucht, van eigenbelang, van zijn zoektocht naar macht, geld en bezit, en dat hij echt zoekt naar het goede en niet naar het kwade, net zoals die vissers met hun sleepnet, en net als de man die op zoek is naar de mooiste parels. Hij geeft die zoektocht trouwens niet op, en dat zouden wij ook niet mogen doen: iets opgeven omdat we pech hebben, omdat iets tegenzit, omdat we ziek zijn, omdat een geliefde overleden is. Er zijn zoveel dingen die ons zodanig kunnen ontmoedigen dat het Rijk der hemelen onbereikbaar wordt omdat we er niets meer voor doen.

Maar wat is dat Rijk der hemelen? Het is niet ergens een plek in de ruimte waar we hopen terecht te komen na onze dood, maar het is midden onder ons. We moeten er alleen maar naartoe willen gaan, en er blijven naar zoeken. Het is immers een Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. En dat Rijk is te vinden op de meest onverwachte plaatsen, niet altijd veraf, maar dikwijls heel dichtbij: in ons gezin, bij onze partner, onze kinderen, onze buren, onze collega’s, mensen op straat, onze vrienden, zelfs onze concurrenten.

Zusters en broeders, ieder van ons is voortdurend op zoek naar één of meer schatten. En wat zijn die schatten? Is dat veel geld, macht, plezier, eigenbelang, een nieuw huis, een andere partner, een grote lottowinst? Of zoeken we toch maar naar die schat van het Rijk der hemelen, zoals Salomo in de eerste lezing doet. Hij is niet eens op zoek naar een lang leven, naar rijkdom, naar dood van zijn vijanden – en dat zijn allemaal verlangens die heel herkenbaar zijn. Nee, daar is hij niet naar op zoek. Wel naar wijsheid en begrip, zodat hij juist kan oordelen en het onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Wat zou het goed zijn als ook wij dat zouden doen, ook in deze coronatijden van tegenslag en ellende, van groeiende armoede, van ziekte en dood. Wat zou het goed zijn als we Jezus zouden volgen op zijn weg naar het Rijk der hemelen van liefde, vrede en gerechtigheid. Een weg die van onze aarde de hemel op aarde zou maken, echt een paradijselijk Rijk der hemelen, waar het voor alle mensen heerlijk zou zijn om te wonen. Amen.