Wees niet bevreesd (Mt. 10,26-33)

“Wees niet bevreesd”, dit is zo gemakkelijk gezegd. Mensen horen het niet zo gaarne als medemensen met zorgen aan komen. We zijn nogal vlug om hen gerust te stellen zonder echt te luisteren naar wat ze vrezen.

Ik vrees een doel niet te bereiken en niet te lukken in het leven. Ik vrees voor mijn gezondheid, voor het verlies van een dierbare. Ik vrees voor mijn partner.

Zorg om toekomst

Vrees en angst zijn de voorbije weken heel sterk aanwezig geweest.

Angst om zelf besmet te geraken met het Covid 19 en angst door de weerslag van deze crisis op het inkomen en op de sociale verhoudingen. Angst over de toekomst van een generatie, die als verloren wordt bestempeld.

En is er ook de vrees binnen de kerk en om het geloof. Gaat de groep groeien of verder slinken? Wat hebben we ervaren tijdens deze crisis dat onze plaatselijke geloofsgemeenschap zal verstevigen en nieuwe impulsen zal geven?

Al zo dikwijls is de mensheid erin geslaagd om na oorlogen, na crisissen en epidemieën opnieuw op te bouwen. Angst mag ons niet verlammen. Wij hopen en wij willen blijven bouwen aan een wereld met meer solidariteit en gerechtigheid (ZJ 576). Wij bemoedigen geen mensen door schrik aan te jagen, maar we helpen hen evenmin door hen tot roekeloosheid aan te zetten.

De opdracht van Jezus

Jezus spreekt tot de apostelen die hij uitzendt. De opdracht maakt hen wellicht blij en misschien ook angstig, angstig voor het nieuwe. Hoe gaan ze onthaald worden? Hoe groot zal hun uithoudingsvermogen zijn?

In het deel van de zendingsrede, die we op deze zondag horen, zegt Jezus driemaal tot zijn leerlingen en tot ons, die in de eenentwintigste eeuw als christen willen leven, dat we niet mogen vrezen om hem te verkondigen.

Hij zegt dat wij niet mogen vrezen om er ons leven bij te laten, als we onze ziel maar niet verloochenen.

Hij zegt dat we geen reden hebben om ons vertrouwen te verliezen, want God draagt zorg voor ons.

Hij zegt wel dat wij hen moeten vrezen die juist onze ziel en onze diepste inspiratie zouden kunnen doden.

Tegenover de vrees stelt hij ons voor de opdracht van hem te blijven houden en hem niet te verloochenen. Zal ik daarin standhouden tot op het einde van mijn leven?

“Vrees niet”, deze geruststellende boodschap is meer dan 300 maal in de bijbel vermeld. “Vrees niet”, deze zin komt zo vele keren voor in de Bijbel, als dat er dagen zijn in het jaar.

Geef dit meteen aan dat er elke dag wel iets is om te vrezen? Dit is ook zo: gevaren in huis, gevaren buiten huis. Al vrezen we vaak voor dingen, die zich toch niet gaan voordoen.

De Bijbelse mens heeft zoveel situaties meegemaakt die angst veroorzaakten: oorlogen, ballingschap, natuurrampen. Zijn geloof is uitgedaagd geworden in de omgang met andere culturen en door vreemde heersers. Profeten waren door vrees bevangen wanneer zij een zending moesten vervullen. Tegenover het goddelijke hebben Jesaja, Zacharias, Maria, Jozef huiver en schroom ervaren.

Jezus weet dat de zending, die hij aan zijn leerlingen toevertrouwt, niet gemakkelijk zal zijn, dat er tegenkanting zal zijn, ja dat ze vervolgd zullen worden en misschien zelfs gedood.

Dit is inderdaad gebeurd. Jezus zelf werd gekruisigd. Van de apostelen die Jezus trouw zijn gebleven zijn allen, op één na, als martelaar gestorven. Christenen waren en zijn in veel landen vervolgd. Velen hebben wereldwijd meegeleefd met Aasiya Noreen, beter bekend als Asia Bibi, een Pakistaanse christenvrouw, in 2010 ter dood veroordeeld wegens blasfemie en na veel acties en reacties vrijgesproken door het Pakistaanse hooggerechtshof. Pas in 2019 kon ze het land verlaten.

Van de daken verkondigen

Jezus verwacht van zijn apostelen dat zij doorgeven en verkondigen wat ze van hem hebben ontvangen. Ze zullen wat ze hebben gehoord en in hun hart hebben opgenomen, doorgeven en verkondigen van de daken.

We zijn er nog niet zo erg voor om van de daken te verkondigen. Wij hebben pleinvrees. Zijn we niet een kerk in mineur geworden, met een stem die nog weinig te horen is tussen het vele geluid van vandaag? Vinden we onze weg in een wereld van diversiteit?

Het katholiek geloof verkeert in ademnood. Hoe is dit te verklaren vraagt Rik Torfs in een van zijn columns. “Door het simpele feit dat mensen verstandiger zijn geworden? Het is niet slim te denken dat ze vroeger dom waren. De diepste oorzaak van het verval ligt elders. In de wankelmoedigheid van wie het geloof verkondigt” (R. Torfs, Tegentijds Eigendraads, p.90-91)

Hebben we wat ons bij Jezus heeft geraakt en langs onze oren is binnengetreden, in het hart opgenomen en het verder doorgegeven?

Bij het aanhoren van het evangelie in de eucharistie maken we drie kruisjes. Wij vragen daarbij dat wat wij horen in ons hoofd mag binnendringen, dat we het met de mond belijden en het in ons hart bewaren en er handen en voeten aan geven.

We blijven geloven en vertrouwen in de kracht van het Woord, in de persoon van Jezus. Wat hij gedaan heeft, eeuwen geleden, ver van ons in de steden en dorpen in Galilea, is op zoveel plaatsen in de wereld doorgedrongen en wordt nog steeds doorgegeven. En ook tegengewerkt.

Jezus wenst dat zijn woord gehoord wordt en dat zijn boodschap de mensen bereikt en vrede brengt. “Vreest niet! Opent de deuren, ja, zet ze wijd open voor Christus”, dit was de krachtige boodschap van de heilige paus Johannes Paulus II wanneer hij in 1978 aan zijn opdracht als bisschop van Rome begon.

Vrees niet om de boodschap van Jezus te beleven en te verkondigen. Jezus rekent erop dat wij, zijn leerlingen doorgeven wat wij van hem ontvangen hebben. Wij mogen vertrouwen in God, die voor zijn mensen zorgt. Wij zijn immers kostbaar in zijn ogen.