12e zondag door het jaar A - 2020

‘Wees niet bang. Wees niet bevreesd. Wees dus niet bevreesd.’

Zusters en broeders, drie keer zegt Jezus dat we niet bang moeten zijn, maar we weten dat dit niet altijd gemakkelijk is. Allen hebben we een vreselijke periode achter de rug, en we weten niet eens of de pandemie voorbij is en of ze in de herfst niet terugkomt. Sommigen onder ons zijn misschien ziek, zelfs zeer ziek geweest, of hebben een dierbare verloren, misschien zonder afscheid te kunnen nemen. Maar ook zonder die pandemie is er veel waar velen bang voor zijn. Het hoeft immers echt geen vreselijk virus te zijn om ons bang te maken. Gewoon bang zijn dat iets zal mislukken, iets dat belangrijk is in ons leven: onze relatie, onze onderneming, ons werk, onze initiatieven van gelijk welke aard: het vraagt een flinke dosis vertrouwen en zelfvertrouwen om niet bang of ongerust te zijn. Vertrouwen in ons eigen kunnen, in onze kwaliteiten, onze talenten, onze inzet. En ook vertrouwen in en van anderen: onze partner, onze familie, onze collega’s, vrienden, kennissen, buren. Zelfvertrouwen, en vertrouwen in en van anderen: als die er niet zijn, durven we weinig aanpakken en zijn we nooit echt gerust.

Dat is wat ook Jeremia in de eerste lezing lijkt te ondervinden. Jeremia is een zeurpiet, dat weten we, maar nu horen we waarom hij zo’n zeurpiet is: hij is helemaal niet geliefd omdat  hij zwijgt voor niets of niemand. Hij aarzelt dus niet om koningen, machthebbers en kerkleiders op hun plaats te zetten, en hun corruptie, egoïsme, machtsmisbruik, onbetrouwbaarheid aan de kaak te stellen.  Het gevolg is dat zelfs zijn vrienden hem liever dood dan levend zien. ‘Misschien laat hij zich verleiden, dan overmeesteren we hem en kunnen we ons op hem wreken,’ hopen ze met zijn allen.

Leuke vrienden zijn dat, maar ze koesteren valse hoop, zegt Jeremia, want ‘de Heer is bij mij als een machtige strijder. Zing een loflied voor de Heer, want Hij heeft het leven van de arme uit de macht van de boosdoeners gered.’ Zijn vast geloof in God de Heer: dat is dus de kern van zijn zelfvertrouwen. Dat is ook wat Jezus in het evangelie zegt: ‘Wees niet bang, want God de Heer zorgt altijd voor u, ‘zelfs ieder haar van uw hoofd is geteld. En Hij herhaalt: ‘Wees dus niet bevreesd.’

Maar Hij voegt er ook iets anders aan toe, namelijk: ‘Ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen, hem zal Ik ook verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is.’ Met andere woorden: geloven is meer dan elke week naar de mis gaan, is meer dan een kaarsje branden en een gebedje plegen. Geloven is een opdracht, en als je die niet uitvoert, verloochen je Jezus. Geloven is getuigen van Jezus, en zijn woorden en daden tot leven wekken in ons eigen leven. Zijn woorden van liefde en vrede. Maar ook zijn woorden van afkeuring van hen die Hem vervolgen omdat Hij het opneemt voor armen en zieken, lammen en melaatsen, blinden en doven, en omdat Hij niet aarzelt hen terecht te wijzen wanneer ze hun macht misbruiken om hun medemensen te vernederen en uit te buiten. Dat is dus net hetzelfde wat Jeremia deed: terechtwijzen wie zijn macht misbruikt.

En dan volgt de vraag aan onszelf: durven wij ook het slechte aanklagen? Komen wij op straat tegen ongelijkheid, racisme, uitbuiting en onrecht? Nemen wij het op voor mensen in nood? Wijzen wij de Kerk terecht wanneer ze haar eigen weg gaat in plaats van die van Jezus? Wanneer ze sterker is in veroordelen en in haar eigen groot gelijk dan in openheid, hartelijkheid, liefde?

Zusters en broeders, vandaag is het 21 juni, dus begint de zomer. Wel, laten we er in ons leven en in ons geloof een echte zomer van maken. In ons leven door niet toe te geven aan gevoelens van angst en onzekerheid, en ook niet aan gevoelens van onverschilligheid en egoïsme. En in ons geloof door zonder vrees te luisteren naar de woorden van Jezus, en zijn daden  tot de onze te maken. Zijn woorden en daden van liefde en vrede in ons eigen leven tot leven te wekken. Maar ook zijn woorden en daden die aanzetten tot eerlijkheid en gerechtigheid. Als we dat doen, hebben we helemaal geen reden meer om bevreesd te zijn, want God is dan altijd met ons. Amen.