De Messias zal er gaarne zaaien

Beste vrienden,

Na het horen van dit evangelie kunnen we ons afvragen wat er moet zijn omgegaan in al die mensen, die toen naar de woestijn trokken om een man, Johannes De Doper, te zien. Een man die we nu als “alternatieveling” of “geitewollensokker” zouden omschrijven.

Johannes De Doper verscheen als een halve gare. 

Matteüs vertelt over hem dat hij een kleed droeg van kameelhaar, hij at sprinkhanen en wilde honing, misschien gezond, maar toch wel excentriek. En de aanzienlijke religieuze leiders schold hij uit voor “adderengebroed”, wat ongeveer klinkt als ons woordje “crapuul” of erger nog “mestkevers”.

We leerden dat de tijden toen ook moeilijk waren. Politiek, maatschappelijk en ook religieus was er heel wat scheefgegroeid.

Velen voelden aan dat het zo niet meer verder kon. 

En Johannes De Doper sprak op dit moment met eenvoudige maar met zeer duidelijke woorden, hij stelde eisen die hij met zijn eigen levenswijze fundeerde, daarom kon hij op zo’n grote toeloop rekenen.  Door zijn ascetische levenswijze kwam hij wel overtuigend over bij de mensen van die tijd.

Dank zij de vele volgelingen voelde Johannes dat er een nieuwe wind op stak, dat er iemand op komst was die niet alleen met water maar ook met vuur, met het vuur van de H.Geest, zou dopen.  Zo kondigt Johannes Jezus terug aan.

In de eerste lezing pakt Jesaja het heel wat romantischer aan. De panter vleit zich naast de geit, de wolf naast het lam, de leeuw bij het kalf, de berin bij de koe, een baby bij de adder en alles is vredig. Zoals de bodem van de zee met water bedekt is, zo zal de aarde van Gods liefde zijn vervult.

Het gebeurt niet dikwijls, maar geef mij nu maar de inhoud van de eerste lezing. Die romantiek hebben we ook nodig, niet het steeds op tafel kloppen of bang maken. We willen echt wel dat de vrede voelbaar wordt. Toch zeker in onze eigen omgeving.

Zo is het ook goed: simpel, rustig, bedaard…geen slecht woord over uw vijanden, geen negatieve commentaar.

Eigenlijk moesten we een tekst lezen over Mandela dit weekend.

Hij was zoals Johannes De Doper toen hij jong was: welbespraakt, iemand met harde woorden, tegen de plaatselijke macht, geen vertrouwen meer, opstandig. Hij wordt terrorist !  Tot in 1980 veroordelen verschillende landen, waaronder de president van Amerika, hem hevig.

Hij werd voor 29 jaar achter de tralies gezet. Daar op Robbeneiland doet hij aan goede werken, hij komt op voor de sociaal achtergestelden, hij leert hen lezen, hij geeft hen hoop, hij draagt mee hun lijden.

En als hij dan vrij komt, komt er geen slecht woord uit zijn mond over de blanke meerderheid. Geen enkele kritiek op zijn belagers, geen oproerende taal meer.

De wolf zit naast het lam. Hij onderhandelt, hij is geduldig en hij ervaart dat hij eigenlijk meer gedaan krijgt met diplomatie dan met terrorisme.

De twee lezingen van vandaag passen wonderwel bij zo’n hedendaags figuur.

En weet je wat het strafste is?  Hij heeft miljoenen mensen hoop gegeven, hij heeft zijn zwarte medebroeders een gezicht gegeven, hij heeft gevraagd om de bijl op te bergen.

De bijl lag al aan de wortel van de boom. Iedere boom die geen vruchten draagt zou omgehakt worden. Maar niets daarvan, hij krijgt voor zijn manier van doen, van onderhandelen, de Nobelprijs voor de vrede.

Vrienden, zo heeft elke tijd zijn profeten.

Het zijn zieners met een boodschap voor vandaag  en voor een betere wereld van morgen.

Hun taal kan waarschuwend zijn, en ondanks dat, heel beeldrijk. Hoe hun proza ook klinkt, ze brengen onomwonden een oproep om iets nieuw te maken.  Welke zwaarden gaan we omsmeden tot ploegscharen?

Het is een oproep om ons om te keren. Hoe moeilijk het ook is. Meestal lukt dit ons, in kleine stapjes. 

Je moet het inoefenen, je hele leven lang. Als ik er in zou slagen om mijn leven elk jaar 2% te draaien, dan heb ik reeds 45 jaar nodig om een kwartslag te verwezenlijken. We voelen nu toch wel aan dat het niet gemakkelijk zal zijn.

Laten we onze tong die kan roddelen voortaan woorden van bemoediging spreken?

Zo deed ook Jesaja honderden jaren voor Christus, zo deed ook Johannes De Doper, zo deed ook Mandela, 2000 jaar na Christus.

Gaan we onze schouders voortaan niet ophalen, maar ergens onder zetten?

Welzijnszorg geeft er ons voldoende kansen voor.

Het zijn misschien maar kleine ploegscharen, maar als we het allemaal samen proberen,  kunnen we een onmetelijk land vruchtbaar maken.

De Messias zal er gaarne zaaien.

Idee: Frank There – Mieke De Jonghe