Terug naar de toekomst

Een duwtje in de rug, een oproep om op te staan en verder te trekken, we hebben het nu en dan nodig. De kerk doet het elke week in de zondagsliturgie en brengt ons daar samen rond de Verrezen Christus. Ze doet het met meer nadruk twee keren in het jaar, dit bij het begin van de advent en bij het begin van de Vasten. Ze herhaalt telkens dat Jezus gekomen is, dat hij verrezen is en dat hij de uiteindelijke rechter is. Hij is het centrum van een gemeenschap van mensen, die in Hem geloven en met Hem meewerken voor een wereld van gerechtigheid, vrede en liefde.

“Het is tijd om wakker te worden en op te staan uit de slaap”, zegt de apostel Paulus ons op de eerste zondag van de Advent. “Wees alert en waakzaam”, zegt Jezus.

Advent, verwachten

De Advent, het woord betekent komst en toekomst. De kerk roept ons op voor de toekomst. De toekomst is elke dag onder ons aanwezig. Elke dag brengt nieuw leven, elke minuut worden kinderen geboren. Ze zijn een teken dat mensen in de toekomst geloven al zeggen ze tegelijkertijd dat ze zorgen hebben voor hun toekomst en deze van hun kinderen. In welke wereld komen ze terecht? Wordt het een ontmenselijkte wereld, waarin de robot regeert en domineert? Onze tijd is een haastige tijd, waarin we moeilijk aanvaarden dat er moet gewacht worden. We worden er wel kortademig bij, omdat we alles willen hebben en liefst onmiddellijk.

De advent wijst op onze verantwoordelijkheid voor het heden en op onze zorg voor de toekomst. Zij richt onze blik op de Heer Jezus en op zijn wederkomst en tegelijkertijd doet ze ons terugblikken. Terug naar de toekomst. We voeden onze hoop door terug te blikken. “Wat volgt staat altijd in verband met wat eraan voorafging.” Deze uitspraak van de Romeinse keizer Marcus Aurelius is het motto van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.

Advent, terugblikken

Christenen kijken tijdens de Advent naar het verleden, naar de verwachting van vrome mensen op de komst van de Messias, vooral deze van Jozef en Maria, die zich voorbereiden op de komst van Jezus. In onze blik op de toekomst kijken we terug naar de geboorte van een kind. Een kind dat de toekomst heeft bepaald, Jezus die nu vandaag werkzaam is en bij wie onze uiteindelijke bestemming ligt. Vanaf de eerste generatie bidden de christenen: “Maranatha, kom Heer jezus.”

Terug naar de toekomst met de figuur van Johannes, die een nieuwe tijd aankondigde en daarvoor opriep tot bekering en gerechtigheid.

Terug naar de toekomst om de belofte te herleven, die kracht heeft gegeven aan het Joodse volk door te vertrouwen in God, die zich met mensen verbindt en met hen mee optrekt.

De mensheid is al zo lang onderweg. Onze tijdslijn begint duizenden jaren geleden. De blik van een christen op de geschiedenis is bepaald door een Bijbelse bril. Vanaf de eerste bladzijde uit het boek Genesis tot de laatste van het boek Apocalyps is de hoop aanwezig. De gebroeders van Eyck hebben deze hoop geschilderd in het tafereel van het Lam Gods met de beelden van Adam en Eva en deze van Maria en Johannes de Doper en de vele groepen rondom de troon van het Lam.

Advent, oproep tot solidariteit

Vooral de profeten voeden het perspectief op toekomst. Zoals de tijdgenoten van de profeet Habakuk kunnen we ontmoedigd geraken bij het zien van zoveel onrecht en bij het gevoel van Gods afwezigheid. En toch,”” al laat het visioen van Gods vrede op zich wachten, komen doet het beslist” (Habakuk, 2,2-4).

Elke zondag van de Advent, op de meeste weekdagen van de Advent en op Kerstmis horen we de stem van Jesaja, de grote profeet. Vanaf de eerste zondag ontvouwt hij ons zijn visioen over vrede en verbondenheid onder alle volkeren. “Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot sikkels. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een andere.”

Wij blijven hopen op het opgaan van de zon van de gerechtigheid, al zien we zoveel duisternis in onze wereld. Tegenover de vreugde om een mens die geboren wordt staat de droefheid om mensen die gedood en vermoord worden. Elke moord is een aanslag. Een vijand blijft een medemens en is geen hond.

In onze streken valt de Advent in een periode waarin we verlangen naar licht en warmte. Daden van solidariteit helpen daarbij. We werken mee met Welzijnszorg en worden aangesproken door vele projecten van de Warmste Week. In 1969 is Welzijnszorg gestart als een Adventsproject van solidariteit. Ze is een van de grootste organisaties in Vlaanderen en Brussel in strijd tegen de armoede.

In de drukte van het eindejaar mag de adventsmens niet verloren lopen. De kerk kan als betekenisvolle minderheid de solidariteit ondersteunen. Er is binnen en buiten de Advent dag aan dag veel te doen “om slappe handen sterk te maken en kracht te geven aan knikkende knieën; om moed te spreken tot hen, die de moed verloren hebben” (Jes. 35,3-4).